Plouf in feeststemming

Ieder jaar opnieuw wanneer het december wordt en de feestdagen in aantocht zijn, lijkt Plouf zich af te vragen wat er nu allemaal aan de hand is.

De drukte begint met Sinterklaas. Ze trapt er niet meer in. De eerste keer, wat jaren terug, had ze nog ontzag voor de goedheiligman. Wantrouwend en argwanend blafte ze tegen de bijna bedreigende verschijning met de grote rode mantel, de lange witte baard, de mijter op zijn hoofd en de grote staf in de hand. Nu is dat voorbij. Ze weet wel beter en negeert de Sint volledig. De pieten hebben nu haar volle aandacht. Die hebben immers een zak met snoep bij zich. Dat er ook wel eens iemand de zak in moet en mee gaat naar Spanje, interesseert haar niet. Een maandje geleden was ze nog in dat zuidelijke land en zo slecht was het daar niet. Uitdagend kijkt ze de pieten aan en denkt in het Spaans: ‘este perro non irá con pedro’ (deze hond gaat niet mee met piet). Daarnaast is ze een stuk sneller dan de pieten. Op de foto gaan met Sint en de knechten vindt ze prima, maar niet zonder te ruiken of er toevallig nog een pepernoot in de hand verstopt zit.

Met Sint en de pieten

Met Sint en de pieten

De kerstboom wekt toch wel enige achterdocht. Bomen staan immers gewoonlijk buiten en groeien niet van de ene op de andere dag in de huiskamer. De eerste dag loopt Plouf met een grote bocht om de versierde spar heen om een dag later te doen alsof hij niet bestaat. Haar lange staart zwiept met regelmaat gevaarlijk dicht langs de kerstballen maar ze lijkt toch wel een beetje op te passen. Dit jaar zijn er nog geen ballen gesneuveld.

In Duiven

Dat de hele wereld versierd wordt, valt haar niet echt op. Ze mocht mee naar de grootste kerstshow van Nederland, in Duiven. En ja, het is daar echt prachtig en sfeervol, maar Plouf vond het vooral erg druk. Overal liepen en drongen mensen die niet zo heel erg op honden letten. Die bezoekers lieten ook nog eens kerstversiering kapot vallen. Honden dragen geen schoenen dus al die scherfjes op de vloer vormden een vervelend obstakel. Met wat tegenzin poseerde ze voor een versierde boom. Leuker vond ze het om samen met het baasje te poseren in de arrenslee van de plaatselijke Albert Heijn. In haar eentje erin plaats nemen vond ze maar niks, eng zelfs zo tussen een levensgroot rendier en een bewegende kerstman. Maar samen met mij vond ze het meteen fantastisch.

In de arrenslee

Kerst betekent ook dat er veel bezoek komt, en dat vindt ze altijd fijn, helemaal omdat ze vaak cadeautjes krijgt. Ze kreeg er drie knuffels bij in een paar weken tijd, waar ze dan de hele dag trots mee paradeerde. Bezoek staat vaak gelijk aan dineren en dan pakt ze toch altijd wel wat biefstukpuntjes mee tijdens het eten. Ze is mooi op gewicht dankzij de forse dagelijkse wandelingen, dus een beetje verwennerij mag wel rond deze dagen.

Het mooiste van de decembermaand vindt ze toch wel de kou. Een golden retriever heeft een flinke vacht en Plouf heeft het niet zo op warmte. Begin december lag er sneeuw. Dat vond ze helemaal prachtig. Het zwemmen gaat ook gewoon door in de wintermaanden, alhoewel ze dan wat minder lang in het water mag om haar tegen zichzelf te beschermen. Helemaal nat en blij poseert ze vervolgens met de kerstmuts.

Zwemmen, ook met kerst

Nog even en dat is er weer vuurwerk. Voor veel honden is dat verschrikkelijk. Mijn eerste hond Lady was er gek op. Ze vond het mooi. De hond erna, Filou, was helemaal getraumatiseerd door die knallen. Plouf zit er een beetje tussenin. Wanneer ze een knal hoort kijkt ze eerst naar mij om te zien of ik er op reageer. Doe ik dat niet, dan berust ze erin. Als ze wel schrikt van wat vuurwerk, dan weet ze zich altijd binnen seconden te hervatten. Ze doet dan haar best om het te negeren. Op het moment dat het echt losbarst om middernacht en het nieuwe jaar begint, komt ze tegen me aan zitten en wacht ze rustig tot het overgaat. Die knallen luiden dan meteen het einde van de feestdagen in. Het wordt daarna weer rustiger en een paar dagen later kan die rare boom weer weg. Haar huiskamer is dan weer normaal.   

Thuis bij de kerstboom

Plouf in Parijs

Op haar eerste ochtend in Parijs liep Plouf vol zelfvertrouwen het hotel uit om naar de oever van de Seine te wandelen. Ze had een prima nacht gehad in een mooi hotel waarvan de kamers waren ingericht in de stijl van de Franse koningen. Op de bovenste verdieping van het eeuwenoude gebouw had ze de beschikking over een bed en een dakterras. Ze houdt van koelte dus vooral dat laatste kwam haar prima uit.

Grote stad

Maar ze schrok wel van de grote stad. Veel auto’s, veel lawaai, veel mensen, maar vooral: geen plekje om rustig haar behoeften te doen. Er was geen stukje groen te bekennen. Een paar grassprieten bij een boom waren misschien voldoende voor een plasje maar voor de rest wilde ze toch echt een hele grasstrook hebben. Plouf is niet bepaald een stadshond. Omdat ik het zelf ook niet wist, zijn we naar het park de Tuileries gelopen, achter het Louvre. Daar was dan eindelijk een grasveld, waar Plouf meteen kennis kon maken met veel Franse honden. Later in de week ontdekten we wat groene stroken op de onderste wal langs de Seine, tegenover de Conciergerie. Aan de overkant van de Seine, na de Pont-Neuf, in de Square du Vert-Galant, heb je ook een heus grasveld. Op deze historische plaats werd in 1314 de laatste grootmeester van de Tempeliers op de brandstapel geëxecuteerd. Hij heette Jacques de Molay.   

Groenstrookje langs de Seine
Square du Vert-Galant

Chantilly

De dagen voordat we in Parijs belandden waren wat rustiger. Plouf verbleef in Chantilly, net boven de grote stad, bekend van de paardenraces en het prachtige kasteel. Een paar keer per dag mocht ze wandelen in het bos waarvan de bodem helemaal in bloei stond, met witte en blauwe bloemen. Ze bracht er wat dagen door bij haar vriendinnetje Luna, een mooie husky.

Plouf en Luna

Ook een bezoek aan het fenomenale château was onderdeel van het programma. Het kasteel herbergt een grandioze privé-kunstcollectie, met werken van onder andere Rafaël, Clouet, De Champaigne, Delacroix en Ingres. Plouf is dan wel een leuke en slimme hond, maar duidelijk geen cultuurhond. Het museumbezoek onderging ze, af en toe nieuwsgierig kijkend naar andere mensen, of demonstratief en luid zuchtend neerploffend wanneer het haar net iets te lang duurde. Ze had meer interesse in het grote park dat in de zeventiende eeuw werd aangelegd door André Le Nôtre, de tuinarchitect van de Zonnekoning. De tuinen liggen er nog net zo bij als eeuwen terug. De kleine hagen zijn met precisie gesnoeid en de grote waterpartijen geven het geheel een fantastische aanblik.

Poseren voor het kasteel van Chantilly
Tussen de meesterwerken in Chantilly

Plouf vond een weekje in Parijs zowel leuk, spannend als vermoeiend. Het was leuk omdat ze overal mee naar toe mocht en af en toe mee kon proeven tijdens het eten. Het was vooral spannend in de metro voor de eerste keer. En na dagenlang door de stad lopen in het zonnetje was ze ’s avonds altijd best moe.

Uitgeteld op bed

Au vieux comptoir

Al snel wist ze de weg van het hotel naar restaurant Au vieux comptoir. De eerste keer dat we daar aten, werden we zo gastvrij ontvangen dat we vervolgens iedere dag daar gegeten hebben. Ze kreeg elke avond haar eigen plek voor de deur zodat ze goed in de gaten kon houden wie er binnen kwam en wie er naar buiten ging. Ook kreeg ze telkens meteen een drinkbak voorgeschoteld. Anne, de eigenaresse, verontschuldigde zich wat omdat de kom nogal klein was. Dat kwam volgens haar omdat er in Parijs niet zo veel grote honden wonen, gelet op het gebrek aan tuinen en uitlaatplaatsen. Plouf mocht soms een beetje proeven van het grandioze eten dat daar wordt bereid, alles volgens grootmoeders recepten. En Anne was duidelijk naar haar klanten: “Plouf is de stamgast”.  

In het restaurant

Musea

Het Louvre werd de volgende museumervaring voor deze witte viervoeter. Zoals eerder aangegeven is Plouf geen cultuurliefhebber, dus dit soort bezoeken beperk ik in de regel tot één per dag en dan maximaal anderhalve uur lang, tenzij ze er tussendoor even uit kan. Sommige musea hebben namelijk ook een buitengedeelte.

Voor het Louvre

Het Louvre, dat vroeger één van de paleizen van de koning was, is groot, te groot om zelfs in een week goed te bekijken. Drommen mensen bewegen zich voort in de gangen, op zoek naar het beeld Venus van Milo en de Mona Lisa van Da Vinci. Dikke rijen mensen wachten tot ze dat mysterieuze schilderij mogen bekijken. Wij hebben het overgeslagen. Toen ik kind was ging ik wel eens met mijn ouders naar het Louvre, en toen hadden we het schilderij voor ons alleen. In die tijd kon je het bijna aanraken. Maar het Louvre is iedere keer opnieuw interessant, met aandacht voor meesterschilders, voor beeldhouwers en voor beschavingen.

In het Louvre

Het Musée d’Orsay is eigenlijk net zo interessant, maar zeker minder druk. Ook hier vind je veel sculpturen en schilderijen. Ik vond het mooi om naar de werken van Gauguin te kijken, waarvan er één pronkt op de Franse postzegels die ik vroeger spaarde. Er hangen ook wat werken van Vincent van Gogh. Het is ruim opgezet en open. Plouf kon er prima gedijen zonder dat ze steeds bedacht moest zijn op honderden voeten die haar poten of staart wilden betrappen.

Arearea van Paul Gauguin

Tour Eiffel

Alles wat in de buitenlucht ligt, is voor een hond toch leuker dan binnen, tenzij het regent. Plouf zwemt weliswaar heel graag, maar heeft een hekel aan regen. Daar hebben we gelukkig geen last van gehad. Een bezoek aan de Eiffeltoren was zeker onderdeel van het programma. Niet erop, nee, gewoon ervoor, lekker in het gras, onder de roze bloesem van de kersenbomen. De fonteinen werkten niet maar het was een heerlijke middag om rustig neer te strijken en even niets te doen. Ik deed althans niets. Plouf kon zich lekker uitleven, in haar eentje rollend door het gras of spelend met Parijse hondjes. Een kleine fotoshoot tussendoor, en ze mocht de metro weer in, terug naar het hotel.

Typisch Parijs

Die metro was wel wat wennen voor haar. De trein vindt Plouf al niet heel erg leuk. De metro is nog veel erger. Veel geluiden als zoemers en dichtslaande deuren, mensen die gestressed zijn, haast hebben en dicht op elkaar staan. Maar na een paar ritjes was ze er enigszins aan gewend. Metrostations zijn overigens niet ideaal voor honden, met weinig daglicht, lange gangen, veel trappen en roltrappen, poortjes en weinig liften. Van de vele kilometers die Plouf in Parijs heeft afgelegd, zijn er wel een aantal onder de grond geweest.

Wachtend op de metro

Het paleis van de Zonnekoning

Het paleis van Versailles was de laatste grote expeditie. Ook daar werd Plouf met alle égards ontvangen. Een assistentiehond heeft echt overal toegang. Er wordt weliswaar af en toe gevraagd om een identiteitsbewijs van de hulphond, maar daarna is ze absoluut welkom. Het koninklijke Versailles, het paleis dat door Louis XIV werd gebouwd en dat als voorbeeld diende voor veel paleizen in Europa, is immens groot.

Voor de ingang van Versailles

We begonnen met een rondleiding achter de schermen, in een klein groepje met een gids, om op plekken te komen waar de meesten niet komen. Vroegere badkamers en privé-vertrekken werden zo zichtbaar. Daarna was het tijd om zelf rond te lopen, door de Grote Appartementen en de wereldwijd bekende Spiegelzaal. Plouf liep de route die zij ook wandelde in het boek “Maxime I”, waarin zij haar eigen rol speelt, maar dan in de achttiende eeuw. De Spiegelzaal kijkt uit op de uitgestrekte paleistuinen, en de 357 grote spiegels zorgen ervoor dat je vanaf elke plek in de galerij uitzicht hebt op het park. Ook hier mocht Plouf even poseren tussen de menigte, maar haar blik was vooral gericht op de tuinen. Ze gluurde steeds door de ramen in plaats van bewondering te hebben voor goud, kristal, marmer en schilderijen. Die begerige blik naar buiten was in elk geval het sein om het bezoek af te breken en verder te gaan in het aantrekkelijke park. Ook hier rent ze dagelijks rond in de eerder genoemde roman. Versailles was als een soort thuiskomst.

Naar buiten kijken in de Spiegelzaal
In het park van Versailles

Veel te zien

Om door Parijs heen te stappen heb je meer tijd nodig dan een week. In de Stedenbundel schetste ik een kort bezoek, maar als je het ontspannen doet, samen met een hond, en elke avond met andere mensen gaat eten, kom je tijd tekort. Vanuit de Tuileries hebben we de Champs-Elysées en de Arc de Triomphe gezien maar we zijn niet zo ver gelopen.

Tuileries met in de verte de Obélisque en de Arc de Triomphe

Het Palais Royal was de plaats voor een leuke wandeling. Ook het Centre Pompidou is al lopend door de stad aangedaan, evenals het grote stadhuis van het eerste arrondissement. De Invalides en het graf van Napoleon hebben we overgeslagen. Ik ben er al vaak geweest en ik wilde Plouf toch vooral ook wat rust gunnen af en toe.

In het park van Palais Royal

De Notre-Dame mocht niet ontbreken en daar hebben we een rondje omheen gelopen. Na de brand in april 2019, nu vier jaar geleden, ziet de voorkant van de kerk er inmiddels redelijk ongehavend uit. De zijkant biedt een dramatische aanblik. De restauratiewerkzaamheden vorderen en de overheid hoopt het gebouw eind 2024 weer voor het publiek te kunnen openen. Ook de Sacré-Cœur en het altijd gezellige Montmartre hebben we overgeslagen. Te veel, te ver, in combinatie met alles wat we gedaan hebben.

Braaf zitten voor de Notre-Dame

Hulphond annex reishond

Plouf is een hulphond annex reishond. Ze vond zelf vooral de Tuileries leuk. Ze kende de weg van het hotel naar de tuinen en terug al snel, en vond het maar wat mooi om daar gewoon even hond te zijn met allemaal andere speelkameraadjes. Want vakantie moet leuk zijn voor allebei.     

Plouf op pad

Op pad gaan vindt Plouf wel leuk. Sowieso omdat ze dan mee mag en niet thuis hoeft te blijven. Daarnaast vindt ze het ontdekken van nieuwe plekjes en andere geurtjes heel interessant. De eerste (voor haar dan) grote reis was naar Utrecht. Ze was nog een kleine pup en een deel van de wandeling moest ze gedragen worden om haar niet te veel te belasten. “Wie laat nou wie uit?” was de opmerking die ik steevast kreeg te horen onderweg. Al heel jong ontdekte Plouf op die manier de Oudegracht en de Domtoren. 

Eerste stapjes in Utrecht

Plouf houdt nog steeds niet zo van autorijden. Ze springt iedere keer met veel enthousiasme op de achterbank maar zodra de auto in beweging komt, vindt ze het maar niks. Ze heeft stress in de auto. Zodra we stil staan is het overigens meteen over. Bij lage snelheden waarbij haar kop uit het raam kan, gaat het steeds beter. En we hebben echt van alles geprobeerd. Voorin, achterin, in een mand, met een knuffel, op schoot… Auto’s zijn gewoon niet haar ding. Dus reizen we binnen Nederland wel eens met de trein. Dat vindt ze eigenlijk ook niet helemaal leuk maar uiteindelijk gaat ze toch liggen en zelfs slapen tijdens de rit. Ze heeft wel een voorkeur voor het fietsencompartiment boven een coupé. Het is er ruimer dus fijner voor haar.

In de trein

Nieuwe plekjes ontdekken samen met je hond is gezellig. Soms is het ook wat lastig. In Amsterdam viel het aantal grasveldjes om te kunnen plassen namelijk wel erg tegen. Vanaf het Centraal Station tot aan het Museumplein zag je Plouf steeds uit haar ooghoeken zoeken naar een geschikte plek. Die kwam maar niet. Op de kaart van Amsterdam zie je binnen de grachtengordel dan ook geen enkele hondenuitlaatplaats. Aan de andere kant van het Rijksmuseum was gelukkig heel veel gras maar toen we daar aankwamen na een wandeling over het Damrak, door de Kalverstraat en langs allerlei grachten, waren we wel een uur verder.  

Museumplein Amsterdam

Steden zijn misschien wat minder geschikt voor een plattelandshond als Plouf. Ze kijkt weliswaar haar ogen uit naar al die mensen, maar voluit ravotten in een stuk natuur zonder aangelijnd te zijn, heeft toch wel haar voorkeur. Het liefst duikt ze dan ook nog eens overal waar het maar kan het water in. Soms mag ze dat niet en dan blijft ze demonstratief staren naar die aanlokkelijke plas in de hoop dat het er misschien toch nog van komt. Die dikke vacht droogt niet zo snel en soms komt het even niet uit dat ze drijfnat is. In een trein bijvoorbeeld. In dit rare kunstwerk bij Slijk-Ewijk keek ze dan ook begerig en zielig naar al dat lekkere water.

Slijk-Ewijk

Af en toe moet ze zich nóg beter gedragen, zoals onlangs bij een werkbezoek aan de PreZero energiecentrale in Roosendaal. Ze is overigens niet binnen geweest want een hond heeft daar helemaal niets te zoeken. Het is er lawaaierig en ze zou veiligheidskleding aan moeten trekken. Zelfs voor een inmiddels geroutineerde hulphond gaat dat net iets te ver. Daarnaast was het grasveld veel leuker en stond haar tijdelijke drinkbak veilig in het kantoorgebouw.

PreZero Energy Roosendaal

Strand is echt wat ze het mooiste vindt. Dat ligt aan de combinatie met water. Menig hond geniet al van de duinen maar voor haar betekent wandelen in de duinen dat ze niet in zee ligt. De duinen slaat ze om die reden liever over. Ze gaat meestal naar Noordwijk aan Zee om lekker langs de vloedlijn te rennen en de golven in te duiken, maar ook op Terschelling kon ze haar hart ophalen. Dat laatste is een prachtig eiland voor mensen en voor honden. Tijdens het weekend draaide het voor haar de hele dag enkel en alleen om zee en zand. De duinen nam ze op de koop toe, maar van daaruit bleef ze wel steeds de zee in de gaten houden.

Gluren naar de zee op Terschelling

Ook het midden van het land en, preciezer nog, het middelpunt van Nederland mocht Plouf een keer ontdekken. In Lunteren markeert sinds 1965 een zwerfsteen die speciale, centrale plek en er komen veel mensen af op de nationale bezienswaardigheid. Het omliggend gebied is ideaal voor mooie boswandelingen. De beruchte muur van Mussert staat ook in de buurt maar daar zijn Plouf en ik niet heen geweest. De meningen zijn verdeeld over hoe lang de schandmuur er nog moet blijven staan.  

Het middelpunt van ons land

Plouf reist heel wat af door het land. Kort geleden reed ze mee naar het Nationale Park de Hoge Veluwe. Dit is een prachtig natuurgebied van maar liefst 5.400 hectare met zowel bos, hei als stuifzand, waar grote diersoorten voorkomen als edelherten, moeflons, reeën en wilde zwijnen. Het is prachtig dat zoiets bestaat binnen onze landsgrenzen. Het is een heerlijke plek om te ontdekken. Het meest verrassende was misschien wel het jachthuis Sint Hubertus, door Berlage ontworpen als buitenhuis voor de familie Kröller-Müller. Bij een jachthuis verwacht je een wat uitgebouwde hut. Dit is meer een kasteeltje.

Voor het jachthuis

Plouf is niet binnen geweest in het jachtslot. Buiten is het immers veel leuker voor haar. In het Brabantse Oudenbosch mocht ze wel even de grote 19e eeuwse basiliek in om te poseren. Stilzitten en alle aandacht krijgen terwijl ze gefotografeerd wordt, vindt ze gewoon leuk. Vaak gaat ze al mooi zitten op het moment dat iemand een telefoon tevoorschijn haalt. De meneer die op de basiliek paste was uitermate lief voor haar. Gewoonlijk mogen honden alleen mee naar binnen indien ze gedragen worden. Plouf weegt 31 kilo dus dat is wat aan de zware kant. Ze mocht toch even naar binnen voor haar fotoshoot en de brave man had er een zwabber bij gehaald voor het geval ze de vloer zou bevuilen.   

Oudenbosch

Of het ereveld in Loenen een uitstapje is of een gedenkplaats, hangt af van wat je er komt doen. Plouf is al er al een paar keer geweest en gedraagt zich iedere keer voorbeeldig wanneer we langs de graven van gevallenen lopen. Het is er stil en vredig en buiten de begraafplaats om kun je ook een stuk door het bos lopen. Het meest interessante aldaar vond zij toch wel de grote spiegel met de tekst ‘Zo zien mensen eruit die in vrede leven’.  

In vrede leven

Uitstapjes en dagtochtjes zijn er best wel veel in Nederland en er zijn er aardig wat bij die ook leuk zijn voor de viervoeters. En nee, ze mogen inderdaad niet overal naar binnen, wat lastig is als je tijdens een dagje wandelen ergens wat wilt eten of drinken. Er zijn echter steeds meer restaurants die honden welkom heten waardoor een dagje weg met de hond gewoon mogelijk is. In de trein zijn ze in ieder geval welkom. Je moet er zelfs een speciaal hondenkaartje voor kopen.

Pluizige paardenbloemen

Bonjour, Plouf!

Wanneer Plouf in de ochtend de trappen van het hotel afloopt naar het ontbijtrestaurant, klinkt van alle kanten, vanuit zowel medewerkers als gasten, een welgemeend “Bonjour, Plouf!”. Plouf kwispelt dan iedere keer met haar staart ten teken van dank en herkenning om vervolgens netjes bij de ingang van het restaurant te gaan zitten en op haar beurt te wachten. Binnen een dag na aankomst is ze al de chouchou, het lievelingetje van het leuke Grand Hôtel Moriaz aan het strand. Ze wordt zelfs mascotte genoemd.

Plouf voor het Grand Hôtel Moriaz
Plouf voor het Grand Hôtel Moriaz

Tja, dat strand. Dat begint al meteen bij het restaurant van het hotel in Cavalière aan de Franse Côte d’Azur. Het is een smalle strook zand die Plouf scheidt van haar grote favoriet: de zee. Water, water en nog eens water. Af en toe wat golfjes en vooral heel veel pret. Zwemmen is echt haar lievelingsactiviteit en de hele dag kijkt ze reikhalzend uit naar die grote blauwe zee. Er is wel een hindernis: dat hete zand dat haar voetjes brandt. Een paar keer per dag mag ze de sprint wagen en duikt ze samen met mij het water in om ruim een uur te zwemmen, met af en toe een tussenpoos in ondiep water om op adem te komen.

Water!
Water!

Vervolgens loopt ze even onder de douche om het zout af te spoelen en daarna gaat ze slapen in de schaduw: het traditionele Mediterraanse dutje. Af en toe doet ze zuchtend een oogje open als ze wat kreten hoort van de overenthousiaste pétanque-spelers voor het hotel. Ze houdt de boel duidelijk wel nog in de gaten.

Zuchten tijdens de pétanque
Zuchten tijdens de pétanque

Op de meeste stranden aan de Rivièra zijn honden in de zomer absoluut niet welkom, ook niet aangelijnd. Het hotel waar wij zijn neergestreken is echter hondvriendelijk. Het stukje strand dat ervoor ligt hoort bij het hotel en honden mogen daar komen, mits ze aangelijnd zijn. Ze mogen echter niet de zee in omdat die niet privé is. Rond etenstijd in de avond is daar overigens geen controle meer op en zie je veel viervoeters al pootjebadend verkoeling zoeken. Voor Plouf ligt het anders. Het nadeel van assistentiehond zijn is dat ze veel moet leren, altijd in het gareel moet lopen en continu alert moet zijn. Het voordeel is dat ze altijd en overal mee naartoe mag (en in mijn geval: moet). Zelfs in het vliegtuig.

Plouf in haar element voor Moriaz
Plouf in haar element voor Moriaz

Dus wanneer ik ga zwemmen, mag ze mee. Op de eerste dag kwamen politie en strandwachters wat vragen stellen over haar maar sindsdien wordt er steeds een vrolijke “Bonjour, Plouf!” toegeroepen door deze mannen wanneer ze hun ronde over het strand doen.

Een beetje onwennig in het vliegtuig
Een beetje onwennig in het vliegtuig

De baai van Cavalière loopt van de Cap Nègre tot aan de Pointe du Layet, waar voor de liefhebbers een naturistenstrandje is. Plouf is daar één keer geweest en kreeg wel vrij snel gekscherend de vraag waarom zij haar hesje niet uitdeed.

Uitzicht op Cap Nègre
Uitzicht op Cap Nègre

Overal in de baai bestaat het strand uit fijn zand en Plouf steelt regelmatig de show tijdens trainingen in het water. Ze is echt gehoorzaam. Wanneer ik de hand naar voren uitsteek, zwemt ze uit, de open zee tegemoet, maar nooit meer dan een paar meter van mij vandaan. Wanneer ik met de vingers knip komt ze onmiddellijk terug naar mij. Met de vingers een draaibeweging maken betekent vervolgens voor haar dat ze omdraait en weer uitzwemt. Andere badgasten negeert ze volledig.

Af en toe niet het water in
Af en toe niet het water in

Een hondenleven bestaat in Zuid-Frankrijk voornamelijk uit zwemmen en slapen. In Cavalière kun je mooi wandelen in de heuvels maar iedere extra meter die haar van de zee scheidt vindt Plouf maar niets. Ze gaat wel netjes mee, zoekt schaduwplekken uit om te lopen maar kijkt toch vaak heel zielig om naar dat aanlokkelijke blauwe water. Er loopt een fiets/wandelpad langs de doorgaande weg waar je ook een rustige wandeling kunt maken, alhoewel sommige nietsontziende fietsers in de praktijk gevaarlijker zijn dan auto’s. Het is de gelegenheid om die prachtige huizen te aanschouwen die aan het strand staan. Een deel ervan is vergane glorie maar veel van deze paleisjes zijn meer dan benijdenswaardig. Er zijn in ieder geval voldoende wandelroutes langs zee of door de natuur dus verveling is er in Cavalière niet bij.

Wandelroute richting de heuvels
Wandelroute richting de heuvels

De zee biedt op haar beurt een mooie vaarroute met prachtige duikgebieden. Met name het onderwaterreservaat van het eiland Port-Cros, één van de eilanden van goud die tegenover Cavalière liggen, biedt een prachtig onderwaterleven dat je al snorkelend of duikend kunt ontdekken.

Een duikbuddy tijdens een duik bij la Gabinière
Een buddy tijdens een duik bij la Gabinière

Plouf mocht mee op de boot met duikers van Sun-Plongée en was best wat ongerust terwijl ik een uur onder water bleef, maar des te vrolijker toen ik weer aan boord kwam na magische ontmoetingen met grote tandbaarzen en scholen barracuda’s. Vooral de rotspunt La Gabinière, net achter het eiland, staat bekend als één van de 80 mooiste duikplekken ter wereld.

Na het duiken op de Jean Yann
Na het duiken op de Jean Yann

Saai is het hier niet. Er zijn allerlei uitgaansgelegenheden in de buurt, in de avonden worden er langs het strand veel activiteiten voor kinderen georganiseerd, op maandagochtend is er een grote Provençaalse markt, op dinsdagmiddag -en avond een leuke souvenirmarkt en er zijn tal van bezigheden op het water. Het familiehotel ligt erg rustig, meteen aan zee, ‘les pieds dans l’eau’, en kent een fantastische keuken. Ook voor Plouf wordt er af en toe wat bereid, zoals rijst op die ene dag dat ze wat last had van haar maagje. En iedere keer dat ze verschijnt, wordt er door de attente medewerkers meteen een bak met water klaargezet.

Een uitzicht dat niet verveelt
Een uitzicht dat niet verveelt

Het hotel staat tegenover het kleine gemeentehuis dat een dependance is van het iets verderop gelegen Le Lavandou. Heel vroeger was dat gebouwtje het treinstation van het dorp. Tussen het einde van de 19e eeuw en 1948 liep er een spoorlijn van Toulon naar Saint-Raphaël en mensen konden pal tegenover het magnifiek gelegen hotel uitstappen. Dat werd aan het eind van de 19e eeuw gebouwd en honderd jaar geleden overgenomen door de familie Moriaz.

Het voormalige treinstation
Het voormalige treinstation

Om bij Frankrijk en Franse tradities te blijven, Mireille Mathieu zong het al: “On ne vit pas sans se dire adieu” (je leeft niet zonder vaarwel te zeggen). Ook Claude François zong het: “Adieu, tout finit un jour” (vaarwel, alles eindigt op een dag). Dus er komt een moment dat het “Bonjour, Plouf!” verandert in “Au revoir, Plouf!”. Dan moet deze lieve golden weer naar het vliegveld van Hyères om een vlucht te nemen naar Nederland. Dat wordt even niet zwemmen die dag teneinde droog en schoon het vliegtuig in te kunnen. Of het zielig is? Ach, de volgende dag ligt ze alweer in een recreatieplas waar ze het denk ik net zo leuk vindt als hier ook al gaat ze daar niet zo lang en vaak het water in als in Cavalière. Vakantie is toch net anders. Volgend jaar mag ze weer.

Cultuurhond Plouf

Hulphond zijn biedt Plouf het voordeel dat ze vrijwel altijd en overal mee naar toe mag. Hulphond zijn heeft ook een nadeel want ze vindt beslist niet alles even leuk. Neem nou museumbezoeken.

Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem was haar eerste museumervaring. Ze mocht wandelen, kijken en snuffelen naar hartenlust. Ze kwam ook andere honden tegen in dit museumpark met een oppervlakte van 44 hectare. Het is een mooi ontdekkingsgebied voor gezinnen en daar horen honden soms ook bij. Dus ze zijn welkom.

Nederlands Openluchtmuseum
Nederlands Openluchtmuseum

Het Rijksmuseum in Amsterdam was toch weer anders. Ze kon maar geen gras vinden, en ook geen andere honden. Tijdens de rondgang door het statige gebouw moest ze braaf zijn, netjes lopen en zich niet af laten leiden door al die buitenlandse toeristen die haar wilden fotograferen. Een enkeling waagde het om haar, ondanks haar dekje, toch een aai te geven. Daar reageerde ze dan niet op. Het werd wel snel duidelijk dat schilderijen haar niet zo interesseren, zelfs de afgebeelde honden niet, waaronder die hele bekende die op de Nachtwacht van Rembrandt prijkt. Toen ze moe werd van het dagje Amsterdam mocht ze een dutje doen van 10 minuten alvorens vrolijk op te staan en weer kwispelend verder te lopen. Poseren voor bekende kunstwerken vond ze trouwens wel heel leuk. Mooi zitten doet ze maar al te graag als er voldoende aandacht tegenover staat.

Rijksmuseum
Rijksmuseum

Op een andere dag viel het Van Gogh museum in de hoofdstad haar ten deel. De glazen lift vond ze prachtig. Ze kon vliegen en naar buiten kijken tegelijk. Gewoonlijk vindt ze spiegels in liften al fascinerend maar dit was helemaal het toppunt voor haar. Dit vond ze ook het leukst aan dit museum trouwens. Het was erg druk in de zalen en de aanwezigheid van al die mensen kostte haar veel aandacht. Bij iedere gelegenheid die zich maar aandiende plofte ze neer om demonstratief en verveeld te gaan snurken. Een echte cultuurhond gaat ze niet worden.

Verveeld in het Van Gogh museum
Verveeld in het Van Gogh museum

Museum het Valkhof in Nijmegen was het eerste museum waar ze echt tekeer ging. Terwijl ze de trap opliep begon één van de grote kunstballen die daar lagen opeens te draaien. Een menselijke bezoeker vindt dat leuk of interessant. Zij vond het vreemd en haar geblaf galmde weldra door het halve gebouw. Ze vermande zich echter en keek wel nog een paar keer wantrouwend om terwijl ze zich naar de zalen over de Romeinse tijd liet leiden. Bij terugkeer keek ze slechts noch met een schuin oog en enige argwaan naar de inmiddels roerloze bal. Dezelfde middag was museum de Bastei aan de beurt, een paar honderd meter verderop. Het museum is niet overal erg makkelijk begaanbaar voor een hond, maar Plouf zag dat meer als spel dan als hindernis. Bij de tentoonstelling met opgezette dieren uit de regio hield ze zich heel koest. Ze gluurde naar die bever, die otter en die vogels. Aangelijnd en met haar dekje wist ze dat ze aan het werk was dus schonk ze er geen aandacht aan.

Poseren in het Valkhof
Poseren in het Valkhof

Ondertussen begin ik te begrijpen wat Plouf wel en niet leuk vindt aan een museum. Ze houdt van musea die ruim van opzet zijn zodat ze een goed overzicht heeft. Mensen zien vindt ze fijn, als het er maar niet te veel zijn. Ze heeft een hekel aan gladde vloeren en ze wil af en toe even uit kunnen rusten en wat te drinken krijgen. Trappen vermijden we om haar gewrichten te ontlasten dus als er een lift is nemen we die. Bij voorkeur een glazen lift. Daarnaast is één museum per dag wel genoeg voor haar.

Plouf op de boekcover
Plouf op de boekcover

Het laatste museum dat ze onlangs bezocht was het paleis op de Dam. Daar moest ze echt een keer heen. In mijn eind vorig jaar verschenen roman ‘Maxime I’ dat zich afspeelt aan het begin van de 18e eeuw, loopt Plouf ook over de vloeren van de Burgerzaal van het paleis. Ze staat zelfs op de cover van het boek. Fictie en werkelijkheid moesten dus eens samenkomen. Er werd door een medewerker een lift aangeboden naar de verdieping maar om de een of andere reden wilde Plouf via de brede trap naar boven. Zoveel klimmen is het immers niet. Ze heeft een hele tijd in de Burgerzaal gezeten, rustig kijkend naar de ruimte en naar de mensen. Het leek even of ze zich herinnerde hoe het daar 300 jaar geleden was. Het voormalige stadhuis van Amsterdam is blijkbaar groots en betoverend voor zowel mensen als honden.

Paleis op de Dam
Paleis op de Dam

Met een baasje die cultuur, geschiedenis en musea leuk vindt heeft Plouf nog wat musea te gaan. Daar kunnen nog flink wat blogs over geschreven worden. De stelregel daarbij is wel dat het voor allebei leuk moet zijn. Een hulphond is geen voorwerp dat je overal mee naar toe sleept. Het is een buddy, een maatje, een lieve hond die ook recht heeft op plezier, geluk en op onbezorgd hond zijn. Iedere keer mee mogen is voor haar al heel wat waard maar daarnaast krijgt ze voor en na het museum altijd de kans om uitgebreid te spelen. Zo wordt vermaak afgewisseld met focus en werken, en hebben we allebei wat we willen. Rekening houden met elkaar is dus de stelregel, zoals iedere hond het verdient.        

Plouf op zakenreis

Wat? Baasje gaat weer op reis? Op zakenreis zelfs? Plouf staat vanaf de oprit argwanend te kijken naar wat er allemaal staat te gebeuren rond de auto en voor ik het zelf in de gaten heb, zit ze al op de achterbank. Het is niet zo dat ze graag in de auto zit. Maar ze gaat wel graag altijd met mij mee. En dan neemt ze de auto voor lief. Haar eigen koffertje ligt allang in de auto met daarin een kleedje, haar lievelingsknuffel, etensbakken, brokjes, koekjes, water voor onderweg, haar hondenpaspoort …

Wachten tot de auto opgeladen is

En dan: 500 kilometer snelweg en Autobahn richting Neckarsulm, in  de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. De standaardwoorden voor onderweg zijn ‘Stau’ en ‘Baustelle’. Daarnaast wil Plouf graag iedere 100 kilometer even de pootjes strekken. Ook moeten de accu’s van de auto af en toe opgeladen worden dus we doen er ruim zeven uur over. We rijden niet naar de stad van bestemming in de omgeving van Heilbronn, maar naar een 20.000 inwoners tellend stadje vlak in de buurt, Bad-Friedrichshall. Een Duitse collega heeft daar een aantal kamers gereserveerd in het hotel Schloβ Lehen.

De entree van het hotel

Het slot is een klein kasteeltje met 21 kamers in Renaissancestijl. Het werd gebouwd in 1553 en is in de eeuwen daarna het bezit geweest van verschillende families en keizerlijke leendragers. In 1953 werd het een hotel. Plouf vindt de kleine en wiebelende lift naar de derde verdieping best interessant. Met name de grote spiegel trekt haar aandacht. De kamer geniet meteen haar goedkeuring. Er staan twee bedden die gescheiden worden door een tussenwandje en haar keuze is snel gemaakt. Leuk om te zien hoe een hond meteen bezit neemt van een groot, netjes opgemaakt en schoon bed.

Dit wordt mijn bed!
Slapen in een kasteeltje

Er is wat groen in de buurt dus al snel maakt Plouf buiten kennis met Duitse hondjes. Achter stokjes aan rennen, door het gras rollen, ruiken aan allerlei nieuwe plekjes. De autoreis is ze al helemaal vergeten. De taxi naar Neckarsulm voor een diner in het Brauhaus met de andere Europese collega’s vindt ze minder leuk, maar een paar kilometer later ligt ze uitgeteld op de vloer terwijl iedereen vrolijk aan het eten is. Ik heb weleens gelezen dat een golden retriever per dag iets van achttien uur slaap nodig heeft. Als ik naar haar kijk, klopt dat ook wel. De zes uren die over zijn is ze dan wel superactief.

Avondeten in het Brauhaus

Na een comfortabele nacht gaat Plouf mee naar het hoofdkantoor. Voor een hond is dat echt heel saai. Ze maakt zich onzichtbaar en gaat in mijn buurt slapen naast de vergadertafels. Af en toe hoor je dan wat gesnurk. En wanneer ze terloops wakker wordt hoor je ineens het luidruchtige drinken uit de waterbak die klaar staat voor haar. Even plassen tijdens de korte pauzes. En gedurende productpresentaties is haar desinteresse zo groot dat ze demonstratief de andere kant opkijkt alvorens weer in slaap te vallen. Ze komt erachter dat mensenwerk best vermoeiend is. De lunch is voor Plouf een welkome afleiding omdat ook zij dan wat brokjes krijgt en iedereen alleen nog maar aandacht voor haar heeft. Dat is pas leven als een prinsesje. Er komen eigenlijk nooit honden op het grote hoofdkantoor.

Hard werken tijdens een productpresentatie

Na een dag vol bijeenkomsten hebben we twee uur voor onszelf. Waar de meesten even gaan relaxen, wil Plouf natuurlijk wandelen. Prima! Tijd om samen Bad-Friedrichshall te ontdekken voordat het avondeten begint. Dit is een uitgelezen moment om iets te doen aan onze kennis van cultuur en geschiedenis. Het is een mooie gelegenheid om privé en werk even te combineren.

Het Alte Rathaus

Voor de Sebastianskirche

De gemeente zelf is pas ontstaan in 1933 maar de oorsprong van het toenmalige dorp voert terug naar het Romeinse Rijk. Plouf en ik komen niet zo ver terug in de tijd maar het raadhuis uit 1597, het Greckenschloβ uit 1602 en de Sebastianskirche van voor 1100 doen je beseffen dat het niet zomaar een stadje is. Overal ontdek je wel iets wat herinnert aan heel vroeger. De tweede wereldoorlog heeft weliswaar schade toegebracht aan een aantal gebouwen, maar alles is weer in ere hersteld. Plouf zelf heeft meer aandacht voor grasvelden, perkjes en alles wat maar op water lijkt.

Terug van de businesstrip

Wanneer we na een paar nachten en weer een lange rit eindelijk thuis zijn, is ze volgens mij alles dan ook weer snel vergeten en heeft ze slechts oog voor die plas die voor haar ligt. ‘Plons’ klinkt het dan ook meteen na aankomst, waarmee Plouf haar naam weer eens eer aandoet. Reizen is misschien wel leuk, maar voor een golden als zij gaat er niets boven zwemmen. Alle reisimpressies spoelt ze weer van zich af.      

Plouf in de hoofdstad

Wanneer je in een bepaald land leeft, is het leuk om daar de hoofdstad eens van te bezoeken. Dat geldt ook voor Plouf. Dus op een zonnige zaterdag mocht ze mee de trein in voor een dagje Amsterdam.

De treinreis op zich was al wat spannend. Plouf moest zich schrap zetten door de onaangekondigde bewegingen van het treinstel. En ze was ook niet groot genoeg om naar buiten te kunnen kijken. Uiteindelijk koos ze ervoor om maar gewoon te gaan liggen, de lange staart in het gangpad, in de hoop dat niemand daar op zou stappen. Gelukkig voor haar moest er een paar keer overgestapt worden waardoor ze op de verschillende perrons nieuwsgierig om zich heen kon kijken en zich verheugde op de volgende trein..

Eerste stappen in de trein
Eerste stappen in de trein

Wat gaat een golden retriever doen in Amsterdam? Kunst of geschiedenis ontdekken? Culinair genieten? Shoppen of in de parken naar mensen en andere honden kijken? Dit alles stond op het lijstje.

Meteen na aankomst op het Centraal Station was het erg druk, iets wat deze plattelandshond niet gewend is. Overal mensen. Aan de riem baande ze zich een weg door de menigte in de richting van het Damrak. Ze begon ongedurig te trekken zodra ze de eerste gracht zag. Water! Dus: zwemmen! Het zat er niet in voor haar en wat teleurgesteld maar nog steeds onderzoekend liep ze niet veel later de Dam op. Het was tijd voor een fotosessie met het Koninklijk Paleis op de achtergrond. Plouf is dol op poseren. Zodra iemand een camera of een mobieltje tevoorschijn haalt gaat ze meteen en ongevraagd mooi zitten of netjes staan, ook wanneer iemand een foto wil maken zónder hond op de voorgrond.

Voor het Koninklijk Paleis
Voor het Koninklijk Paleis

De fotosessie op de Dam leverde nogal wat hilariteit op door de vele duiven die blijkbaar ook graag op de foto wilden. Mensen gingen netjes opzij om haar de kans te geven eventjes te stralen maar ze werd steeds weer belaagd door een hele zwerm duiven die dat ook wel een mooi plekje vonden. Goed opgevoed als ze is, ging ze niet op duivenjacht en deed ze echt haar best om een paar duifloze foto’s te laten maken. Plouf keek even naar het paleis dat vroeger, van 1655 tot 1808, het stadhuis van Amsterdam was. Toen Lodewijk Napoleon de eerste koning van Nederland werd, maakte hij er een koninklijk paleis van. Sindsdien is het zo gebleven. Plouf ging ook nog tussen alle mensen rond het Nationaal Monument op de Dam zitten. Dit gedenkteken aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland is een plek waar altijd velen samenkomen. ‘Geschiedenis’ kon afgevinkt worden van de to-do list.

Uitrusten op het Monument op de Dam
Uitrusten op het Monument op de Dam

Vervolgens dook Plouf de Kalverstraat in, en dat op een zaterdagmiddag. Zoveel mensen had ze nog nooit bij elkaar gezien. Tot aan de Munttoren toe was het druk. En het ergste van alles: er was geen groenstrookje te bekennen om even te kunnen plassen. Het vragende snoetje ging steeds heen en weer. ‘Mag het hier?’ of ‘Kan het hier misschien?’ Het oversteken van de grachtengordels leverde de nodige afleiding op met toch weer die ijdele hoop dat ze misschien mocht zwemmen.

Even een knuffel nodig bij de grachtengordels
Even een knuffel nodig bij de grachtengordels

Toen eenmaal het uit 1885 stammende Rijksmuseum in zicht kwam was voor Plouf de verlossing nabij. Onder de poort door zag ze het Museumplein met daarachter allemaal zonovergoten grasvelden. Ploeteren in het water is lekker maar een snoekduik nemen in het gras en dan ongegeneerd rollebollen eveneens. Tot groot vermaak van de vele toeristen die daar aan het genieten waren, ging ze helemaal los. Met wat groene strepen op de dikke witte vacht mocht ze wat later bij het kunstzinnige Cobra Café een flinke bak water leegslurpen.

Tong uit de bek op het Museumplein
Tong uit de bek op het Museumplein

Een verblijfje bij Cobra was niet genoeg om ‘kunst’ af te vinken. Statig stond het Rijksmuseum haar op te wachten voor veel meer kunst. Een hond is gewoonlijk niet welkom in het Rijksmuseum maar aangezien Plouf een assistentiehond is en dus feitelijk de hele dag al aan het werk was, mocht ze toch mee naar binnen. Braaf, aan de korte lijn, dicht in de buurt van het baasje, nadat haar pasje gecontroleerd was, ging ze op ontdekkingstocht door het fenomenale gebouw. Met de lift mocht ze naar boven en naar beneden, ze ging netjes zitten bij elk kunstwerk dat langdurig werd bekeken en ze mocht ook een dutje doen tussendoor om even bij te komen van al die hoofdstedelijke indrukken. In veel zalen werden de camera’s en mobieltjes van kunstliefhebbers even op haar gericht en vormde ze zelf een mooie en knappe attractie. En tenslotte moest ze toch even poseren voor de Nachtwacht van Rembrandt die sinds een paar maanden in een nieuw glazen huis staat. Het hondje dat afgebeeld is op het wereldberoemde schilderij zag ze niet maar dat had op zijn beurt ook geen oog voor haar.

Voor de Nachtwacht
Voor de Nachtwacht

Het museumbezoek verliep best goed. Het was wel druk maar niet zo vol als in de stad. Plouf kwispelde vaak en was zichtbaar blij dat ze mee mocht. Heel veel mensen kwamen op haar af om haar te strelen, waarbij het teken ‘niet afleiden’ op haar rug de bezoekers telkens weer deed terugdeinzen. Op momenten dat haar focus ligt op begeleiding wil ze eigenlijk ook helemaal niet geaaid worden. Soms draaide ze zich om met een blik van ‘mag het nu wel even?’ en na toestemming liet ze zich dan kort verwennen zonder zich echter te laten afleiden.

Na een bezoek aan een iedere keer weer mooi en interessant Rijsmuseum was het wederom even tijd voor Cobra en voor het Museumplein. Wat brokjes, koel water, spelen en een kort dutje voordat het de beurt was aan het moment ‘culinair’. Daarvoor mocht Plouf mee naar restaurant Rijks dat in 2014 de deuren opende in één van de vleugels van het Rijksmuseum. Al gauw kreeg het restaurant een Michelinster en in 2019 werd het zelfs uitgeroepen tot één van de 50 beste restaurants ter wereld. Plouf heeft daar niet zoveel te zoeken want ze is helemaal tevreden met haar brokjes van Royal Canin. Als werkende hulphond mocht ze wel mee het fijne restaurant in. Ze nam genoegen met een bak water en af en toe een stukje brood om vervolgens urenlang in een hoek van de zaal naast de tafel te gaan slapen, uitgeput na een lange dag.

Mooi zitten bij Rijks
Mooi zitten bij Rijks

Het enige wat ontbrak aan deze zaterdag vol met drukte en indrukken was het shoppen. Daar was gewoonweg geen tijd voor. Plouf verdient het namelijk om af en toe ook lekker te kunnen spelen en gewoon hond te zijn. En daar waren de grasvelden van het Museumplein erg geschikt voor. De volgende ochtend, weer thuis, meteen nadat ze wakker werd, nam ze alweer de eerste verkoelende duik in het meer. Ze stak haar kop onder water om op de bodem op zoek te gaan naar stenen. Daar onder de oppervlakte bevindt zich haar eigen museum vol met schatten. De grote, drukke maar ook wel leuke hoofdstad was ze alweer vergeten.

Plouf, een oranje retriever

Plouf is nooit goud van kleur geweest maar altijd wit. Een witte golden retriever. Dus ja, waarom zou ze zich dat niet een keertje oranje mogen voelen?

Plouf mag eigenlijk altijd wel méé op vakantie. Maar soms mag zij zelf op vakantie. Dan gaat ze niet met mij mee maar ik met haar. En de bestemming moet dan niet te warm zijn en daarnaast óf uit strand en zee óf uit sneeuw bestaan.

Plouf op wintervakantie
Plouf op wintervakantie

Even leek het erop dat het een bestemming in het noorden van Noorwegen zou worden. Door de coronamaatregelen die alles toch wat onzeker maakten werd het toch iets dichterbij: Noordwijk aan Zee. Genoeg zee in ieder geval. En voor een hond die Plouf heet (Frans voor ‘Plons’) is dat best fijn.

Kortstondig vakantievriendje

Plouf mocht dus met baasje 5 dagen en 4 nachten naar Hotel van Oranje aan de Noordwijkse boulevard. Lekker in oranje sferen dus. We hadden bij het boeken echter niet bedacht dat we dan midden in de stormen Dudley én Eunice terecht zouden komen. Windstoten van 130 tot 140 km/uur. Plouf vond het stuivende zand weliswaar niet altijd even leuk maar ze heeft absoluut genoten.

Even afzien in de zandstorm

Het genieten begon al bij aankomst op de kamer. Er was een balkon teneinde ook buiten de strandwandelingen om buiten te kunnen liggen. En er stonden een etens- en een drinkbak klaar voor haar, compleet met een zakje hondenkoekjes. Erg attent, maar eerlijk gezegd mocht dat ook wel wanneer je beseft dat je voor 4 nachten maar liefst 200 euro extra betaalt omdat je een hond bij je hebt. Maar goed, dat wisten we vooraf en het is dan ook een erg hondvriendelijk hotel. In elke bar, elk restaurant mocht Plouf gewoon aanschuiven.

Hotel van Oranje
Queensize bed voor Plouf

Het Noordwijkse strand is echt een walhallah voor honden. Ze mogen niet altijd los in het seizoen, dat niet, maar dat was in deze februarimaand geen issue. Het was háár vakantie dus ze mocht zo vaak als ze wilde naar het strand. Op sommige momenten waaide het hard maar scheen de zon. Dan was het even lastig om door de zandstorm te komen vlak na de duinen, maar eenmaal aan de waterkant was alles prima en zelfs heerlijk. Het water in, nat worden in de golven, achter een stok aanrennen, met andere honden spelen, in het zand rollen, vies worden, proberen om meeuwen te vangen, blaffen tegen kite-surfers, en dat om de paar uur. Na iedere lange wandeling op het strand en door het water wilde ze graag naar het hotel terug om daar met de staart tussen de poten van verontwaardiging met een warmeluchtblazer (die had ik bij me) afgedroogd te worden. Vervolgens deed ze in de regel een siësta van een uur of twee. En dan kreeg ze het weer op haar heupen en apporteerde ze een knuffel ten teken dat ze moest worden uitgelaten. Linea recta naar het strand dus. Gewoon vakantie.

Heerlijk met een stok

Die ene avond dat het én hard waaide én hard regende, hagelde bijna, tijdens dat laatste rondje voor de nacht, liep ze tien passen het hotel uit, stak haar neus in de wind, draaide zich om, zocht een plekje om snel te plassen langs de straat en dook meteen het warme hotel weer in. Een storm kan ook te heftig zijn. En niet iedere hond vindt het fijn om gezandstraald te worden. Daarbij moet je ook nog eens voorzichtig zijn met de ogen.

Achter de meeuwen aan

Strand en zee zijn voor vele viervoeters ideale bestemmingen. Plouf mag in de zomer altijd mee naar de Franse Middellandse Zee maar daar heeft ze lang niet zoveel vrijheid als op het Noordzeestrand. En ze houdt ook niet zo van warmte. In Noordwijk is ze vaker geweest. Het uitgestrekte strand is heerlijk. Veel van de strandtenten accepteren ook honden, alhoewel lang niet allemaal. En een aantal restaurants langs de boulevard verwelkomen de viervoeters ook. Een uitschieter in positieve zin vind ik persoonlijk restaurant de Botter. Je hoeft er niets te vragen en er wordt meteen een drinkbak gebracht. Als je het goed vindt krijgt het dier ook nog eens een hondenkoekje. We komen er dan ook altijd voor wat oprechte hondenaandacht.

Omkijken naar kite-surfers
Gekke bekken trekken

Hotel van Oranje sluit een paar dagen na ons bezoek voor langere tijd. Het wordt grondig verbouwd. Hopelijk kunnen Plouf en ik er na de verbouwing ergens in 2023 weer te gast zijn voor nog een hondenvakantie. Ze heeft een hekel aan autorijden maar ik denk dat ze die autorit er wel voor over heeft om zich dagenlang zo uit te mogen leven op het strand.    

Plouf de autohond

Plouf is helaas niet zo’n liefhebber van autorijden. Vanaf de dag dat ze als puppy haar opwachting maakte en voor de eerste keer in de auto mocht heeft ze al een aversie tegen autorijden. Er is van alles geprobeerd. Voorin, achterin, in de achterbak. Op schoot, in een hoekje, op de grond, op de bank, in een bench, in een mand. Koekjes erbij, vlees erbij zelfs, aandacht, geen aandacht, raam open, raam dicht, elektrische auto, andere auto’s, andere bestuurders. Ze is niet wagenziek maar ze is gewoon bang. Wanneer de auto stilstaat is er niets aan de hand maar zodra er beweging in komt duikt ze in elkaar in een hoekje en durft ze amper op te kijken. Ze begint meteen flink te hijgen en zodra we even stilstaan is ze alles weer vergeten. Dat is best lastig voor een reishond.

Vakantiehond

Vliegen vindt Plouf eigenlijk wel prima. Varen ook wel. Dus in de zomer mag ze gewoonlijk onderin het vliegtuig mee naar de Middellandse Zee. Behalve dit jaar omdat Transavia in juli de vluchten naar Toulon-Hyères had geschrapt. En wat dan? Niet op vakantie, Plouf een maand in de kennel, of toch het avontuur wagen met de auto met 1300 kilometer lang een angstige en klagende hond op de achterbank?

Overleg met de dierenarts leerde dat alprazolam misschien enig soelaas zou kunnen bieden. Dat wordt gebruikt bij de behandeling van paniek- en angststoornissen. We waren allebei niet heel erg enthousiast maar als mogelijk laatste redmiddel kreeg ik een paar tabletjes mee. Het besluit was genomen: met Plouf én de auto naar de Côte d’Azur. Arm beest.

Om Plouf toch wat te ontzien werd gekozen voor een tweedaagse rit in plaats van 1300 kilometer op één dag. Langs de autoroute du soleil zijn voldoende hotels te vinden waar viervoeters ook welkom zijn. Ook zijn er genoeg parkeerplaatsen om even te stoppen.

Veilig buiten de auto

Dat ‘even stoppen’ was inderdaad vaak maar even (een kwartiertje). Maar het werd uiteindelijk wel ieder uur. Dat is ongeveer de tijd die Plouf maximaal op de achterbank wil zitten. Alsof ze een ingebouwd horloge heeft. Daarna gaat het hijgen over in rochelen. En iedere paar uur moest de auto toch opgeladen worden dus dan had ze nog langer pauze. Wanneer ze even alleen in de auto moest blijven (als wij wat drinken gingen halen) bleef de airco mooi aan en verscheen er een waarschuwing op het dashboard dat omstanders zich niet druk hoeven te maken. Dat voorkomt soms een gebroken autoruit.

Poseren bij de Porte du Soleil
Baasje komt terug

Dappere Plouf heeft het vast niet heel erg naar de zin gehad op die achterbank maar ze heeft wel heel veel gezien van Frankrijk. Ze heeft gedineerd en overnacht in Beaune, de hoofdstad van de Bourgognestreek. Bij Toulon heeft ze op een muurtje gezeten terwijl ze uitkeek over de Middellandse Zee. In de buurt van Valence mocht ze van het hotelpersoneel in een beekje langs het restaurant zwemmen tussen de bevers en de eenden, ook al liet ze daarna een drijfnat spoor na door het restaurant en de receptie. Ze heeft het 1000 jaar oude fort van Mornas beklommen en bezocht. Ze heeft geposeerd voor het beeld van de Porte du Soleil. Gedurende de 4 dagen die de heen- en terugreis duurde heeft ze meer genoten van Frankrijk dan ik in al die jaren heb gedaan. En dat allemaal zonder pilletjes. Nu is ze een echte reishond.

Bij Toulon
Eindelijk op de boot

Het bijzondere van die hele reis is dat ze graag de auto uit ging maar als de deur open ging om weer in te stappen, ze ook zonder veel tegensputteren in de auto klom. Ze was vast heel blij toen we aan de kust kwamen en ze die rode auto uit haar zicht zag verdwijnen, de parkeergarage in. Vier weken lang zou ze die niet meer zien. De boot op, weg van het vasteland en naar de eilanden toe, en toen kon ze een hele vakantie lang zwemmen, rennen, wandelen, mee naar terrasjes en restaurants, af en toe wat meesnoepen van de lekkere gerechten en ook veel luieren. Na dat angstvallige rijden kreeg ze wat ze verdiende: een hondenvakantie. Ik denk dat ze het autorijden er voor over had.

Op wacht op het eiland Port-Cros

Plouf de thuiswerkhond

Na 6 weken thuiswerken vraag ik me weleens af wat Plouf hier nou allemaal van vindt. Corona en COVID-19 zeggen haar helemaal niets, maar toch is ook haar leven ineens compleet anders. Eerst mocht ze op werkdagen altijd naar de dagopvang om daar hele dagen met andere honden te spelen. En opeens blijft ze elke dag thuis. Het is een strop voor al die kennels en dagverblijven.

Thuiswerken

Plouf ziet wel wat voordelen. De ochtendwandeling is nu wat langer dan voorheen. Maar baasjes komen niet zo dicht meer bij elkaar dus wanneer Plouf aangelijnd is, blijkt het contact met andere honden niet meer zo vanzelfsprekend te zijn. Meestal gaan de andere baasjes met hun honden de andere kant op. Een voordeel is wel dat ze de auto niet meer in hoeft. Daar heeft ze zo’n bloedhekel aan. Er komen niet zoveel mensen meer over de vloer dus Plouf staat regelmatig bij het toegangshek van de tuin te kijken naar mensen die voorbijlopen in de hoop dat ze tussendoor nog een aai over haar bol krijgt.

Wachten op mensen die voorbijkomen

Een nadeel is die zon, de hele dag door. Plouf ligt het liefst buiten maar de afgelopen weken is het vaak mooi en warm weer. Zuchtend moet ze dan steeds weer overeind komen om een ander plekje in de schaduw te vinden. En het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van het baasje. En als die aan het werk is en aan het beeldbellen is, dan is er niets leukers dan ook even met de neus tegen dat scherm aan te drukken. Zo levert zij haar vrolijke bijdrage aan al die zakelijke calls.

Een beetje schaduw

Een nadeel voor het baasje is dat Plouf wat verwend aan het raken is. De lounge-set op het terras is wel een doel op zich geworden, maar dan alleen als de kussens erop liggen. Anders gaat ze ervoor zitten en net zo lang heel zielig kijken totdat de kussens gebracht worden. En het mooie voor haar is dat het altijd lukt. En zo wordt ze met de dag luier.

Het mooiste voor Plouf is tegenwoordig de middagpauze. Dan mag ze altijd zwemmen en dat weet ze. Als rond het middaguur de riem wordt gepakt, dan is ze niet meer te houden. Ze trekt het baasje bijna het huis uit en niet veel later mag ze los, sprint ze over het zand en neemt ze een duik in het meer. Ze gaat dan springen, duiken, rollen en zwemmen in dat water. Ze wil geen balletje, ze wil geen stokje, er mogen geen andere honden in de buurt komen en ze wil alleen maar achter steentjes aan. De hele pauze lang moeten er dus kiezelsteentjes in het water gegooid worden waar ze dan als een dolle achteraan rent of zwemt. Af en toe probeert ze er zelfs eentje op te duiken. Alles draait om die steentjes die door de lucht vliegen en een fascinerende plons maken in het water.

Kom me maar halen

Wanneer de pauze voorbij is begint de uitdaging: een golden retriever uit het water krijgen. Plouf is best gehoorzaam, behalve wanneer ze in of bij het water is. Je kunt dan roepen wat je wilt, er is geen schijn van kans dat ze het water uitkomt. De eerste keren wilde ze nog wel eens naar heel ondiep water lopen waar je haar snel aan kon lijnen. Maar tegenwoordig houdt ze wat afstand zodat je zelf het water in moet om haar te vangen. Dan komt er nog een stukje verzet en uiteindelijk geeft ze het op en loopt ze uitgelaten en vrolijk mee naar huis, vast wetende dat ze de volgende dag weer mag zwemmen.

Voor Plouf is het thuiswerken niet heel erg zielig. Ze mist dat vele spelen met andere honden wel maar te oordelen aan de vermoeidheid ’s avonds raakt ze haar energie best kwijt op zo’n dag.  Ze is ook aanhankelijker dan ooit. Waarschijnlijk wil ze als deze coronacrisis voorbij is voortaan mee naar kantoor. Want ze heeft al gezien dat daar achter ook water ligt, met eendjes zelfs.