Wanneer Plouf in de ochtend de trappen van het hotel afloopt naar het ontbijtrestaurant, klinkt van alle kanten, vanuit zowel medewerkers als gasten, een welgemeend “Bonjour, Plouf!”. Plouf kwispelt dan iedere keer met haar staart ten teken van dank en herkenning om vervolgens netjes bij de ingang van het restaurant te gaan zitten en op haar beurt te wachten. Binnen een dag na aankomst is ze al de chouchou, het lievelingetje van het leuke Grand Hôtel Moriaz aan het strand. Ze wordt zelfs mascotte genoemd.
Tja, dat strand. Dat begint al meteen bij het restaurant van het hotel in Cavalière aan de Franse Côte d’Azur. Het is een smalle strook zand die Plouf scheidt van haar grote favoriet: de zee. Water, water en nog eens water. Af en toe wat golfjes en vooral heel veel pret. Zwemmen is echt haar lievelingsactiviteit en de hele dag kijkt ze reikhalzend uit naar die grote blauwe zee. Er is wel een hindernis: dat hete zand dat haar voetjes brandt. Een paar keer per dag mag ze de sprint wagen en duikt ze samen met mij het water in om ruim een uur te zwemmen, met af en toe een tussenpoos in ondiep water om op adem te komen.
Vervolgens loopt ze even onder de douche om het zout af te spoelen en daarna gaat ze slapen in de schaduw: het traditionele Mediterraanse dutje. Af en toe doet ze zuchtend een oogje open als ze wat kreten hoort van de overenthousiaste pétanque-spelers voor het hotel. Ze houdt de boel duidelijk wel nog in de gaten.
Op de meeste stranden aan de Rivièra zijn honden in de zomer absoluut niet welkom, ook niet aangelijnd. Het hotel waar wij zijn neergestreken is echter hondvriendelijk. Het stukje strand dat ervoor ligt hoort bij het hotel en honden mogen daar komen, mits ze aangelijnd zijn. Ze mogen echter niet de zee in omdat die niet privé is. Rond etenstijd in de avond is daar overigens geen controle meer op en zie je veel viervoeters al pootjebadend verkoeling zoeken. Voor Plouf ligt het anders. Het nadeel van assistentiehond zijn is dat ze veel moet leren, altijd in het gareel moet lopen en continu alert moet zijn. Het voordeel is dat ze altijd en overal mee naartoe mag (en in mijn geval: moet). Zelfs in het vliegtuig.
Dus wanneer ik ga zwemmen, mag ze mee. Op de eerste dag kwamen politie en strandwachters wat vragen stellen over haar maar sindsdien wordt er steeds een vrolijke “Bonjour, Plouf!” toegeroepen door deze mannen wanneer ze hun ronde over het strand doen.
De baai van Cavalière loopt van de Cap Nègre tot aan de Pointe du Layet, waar voor de liefhebbers een naturistenstrandje is. Plouf is daar één keer geweest en kreeg wel vrij snel gekscherend de vraag waarom zij haar hesje niet uitdeed.
Overal in de baai bestaat het strand uit fijn zand en Plouf steelt regelmatig de show tijdens trainingen in het water. Ze is echt gehoorzaam. Wanneer ik de hand naar voren uitsteek, zwemt ze uit, de open zee tegemoet, maar nooit meer dan een paar meter van mij vandaan. Wanneer ik met de vingers knip komt ze onmiddellijk terug naar mij. Met de vingers een draaibeweging maken betekent vervolgens voor haar dat ze omdraait en weer uitzwemt. Andere badgasten negeert ze volledig.
Een hondenleven bestaat in Zuid-Frankrijk voornamelijk uit zwemmen en slapen. In Cavalière kun je mooi wandelen in de heuvels maar iedere extra meter die haar van de zee scheidt vindt Plouf maar niets. Ze gaat wel netjes mee, zoekt schaduwplekken uit om te lopen maar kijkt toch vaak heel zielig om naar dat aanlokkelijke blauwe water. Er loopt een fiets/wandelpad langs de doorgaande weg waar je ook een rustige wandeling kunt maken, alhoewel sommige nietsontziende fietsers in de praktijk gevaarlijker zijn dan auto’s. Het is de gelegenheid om die prachtige huizen te aanschouwen die aan het strand staan. Een deel ervan is vergane glorie maar veel van deze paleisjes zijn meer dan benijdenswaardig. Er zijn in ieder geval voldoende wandelroutes langs zee of door de natuur dus verveling is er in Cavalière niet bij.
De zee biedt op haar beurt een mooie vaarroute met prachtige duikgebieden. Met name het onderwaterreservaat van het eiland Port-Cros, één van de eilanden van goud die tegenover Cavalière liggen, biedt een prachtig onderwaterleven dat je al snorkelend of duikend kunt ontdekken.
Plouf mocht mee op de boot met duikers van Sun-Plongée en was best wat ongerust terwijl ik een uur onder water bleef, maar des te vrolijker toen ik weer aan boord kwam na magische ontmoetingen met grote tandbaarzen en scholen barracuda’s. Vooral de rotspunt La Gabinière, net achter het eiland, staat bekend als één van de 80 mooiste duikplekken ter wereld.
Saai is het hier niet. Er zijn allerlei uitgaansgelegenheden in de buurt, in de avonden worden er langs het strand veel activiteiten voor kinderen georganiseerd, op maandagochtend is er een grote Provençaalse markt, op dinsdagmiddag -en avond een leuke souvenirmarkt en er zijn tal van bezigheden op het water. Het familiehotel ligt erg rustig, meteen aan zee, ‘les pieds dans l’eau’, en kent een fantastische keuken. Ook voor Plouf wordt er af en toe wat bereid, zoals rijst op die ene dag dat ze wat last had van haar maagje. En iedere keer dat ze verschijnt, wordt er door de attente medewerkers meteen een bak met water klaargezet.
Het hotel staat tegenover het kleine gemeentehuis dat een dependance is van het iets verderop gelegen Le Lavandou. Heel vroeger was dat gebouwtje het treinstation van het dorp. Tussen het einde van de 19e eeuw en 1948 liep er een spoorlijn van Toulon naar Saint-Raphaël en mensen konden pal tegenover het magnifiek gelegen hotel uitstappen. Dat werd aan het eind van de 19e eeuw gebouwd en honderd jaar geleden overgenomen door de familie Moriaz.
Om bij Frankrijk en Franse tradities te blijven, Mireille Mathieu zong het al: “On ne vit pas sans se dire adieu” (je leeft niet zonder vaarwel te zeggen). Ook Claude François zong het: “Adieu, tout finit un jour” (vaarwel, alles eindigt op een dag). Dus er komt een moment dat het “Bonjour, Plouf!” verandert in “Au revoir, Plouf!”. Dan moet deze lieve golden weer naar het vliegveld van Hyères om een vlucht te nemen naar Nederland. Dat wordt even niet zwemmen die dag teneinde droog en schoon het vliegtuig in te kunnen. Of het zielig is? Ach, de volgende dag ligt ze alweer in een recreatieplas waar ze het denk ik net zo leuk vindt als hier ook al gaat ze daar niet zo lang en vaak het water in als in Cavalière. Vakantie is toch net anders. Volgend jaar mag ze weer.