Plouf, de koning en de koningin

Plouf heeft inmiddels aardig wat koninklijke uitstapjes gemaakt. Ze heeft een paar keer het koninklijk paleis op de Dam bezocht en ze is in paleis Het Loo geweest. In Frankrijk was ze te gast in het paleis van Versailles, waar de Zonnekoning woonde. Ook in het Louvre en het Palais Royal, twee voormalige koninklijke paleizen in de Franse hoofdstad, was ze welkom. Zelfs het kasteel van Chantilly bezocht ze.

Haar eerste aanraking met een koning was in mijn roman Maxime I, die zowel in het Nederlands als in het Frans verschenen is. Hierin speelt ze haar eigen rol, als golden retriever met de naam Plouf, maar dan in de achttiende eeuw en als hond van de koning van Frankrijk. Ze staat zelfs op de cover van het boek.

Covertekening van Maxime I

Willem-Alexander

Een weekje na haar vijfde verjaardag was Plouf klaar om koning Willem-Alexander en koningin Máxima in het echt te zien. Ze stond op 4 mei tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam, helemaal vooraan, een half uur lang oog in oog met het koningspaar, de minister-president en hun gevolg. Ze was daar uiteraard niet in haar eentje, maar samen met mij en nog eens 59 andere veteranen. En iets verderop, wat dichter bij het paleis, was nog een hond: Cooper, een zwarte labrador. Voordat de ceremonie begon hadden de honden nog kennisgemaakt en samen wat gespeeld op het gras van het Marine Instituut in Amsterdam.

Beeld van de NOS uitzending

Assistentiehond

Maar wat deed Plouf nu op de Dam, op drie meter afstand van de koning en nog dichter bij de koningin? Plouf is een hulphond. Plouf is míjn hulphond. We zijn 24 uur per dag bij elkaar, dus toen ik de eer kreeg toebedeeld om als veteraan tijdens Dodenherdenking op de Dam te staan, was het vanzelfsprekend dat Plouf erbij zou zijn. Ik heb aardig wat missies achter de rug. Conflicten in de Balkan, Liberia, Ivoorkust, Rwanda, Burundi, Angola… Ik heb daar bedreigingen, gijzelingen, beschietingen, mijnen, luchtafweer, granaten, duizenden en duizenden slachtoffers, bloedbaden, genocides, en massagraven meegemaakt.

De missies behoren tot het verleden

Uiteindelijk leverde dat een flinke PTSS op. Dat is posttraumatische stress stoornis. Het resulteerde in paniekaanvallen, nachtmerries en herbelevingen. Therapieën en medicatie boden enig soelaas maar waren niet ideaal. Het laatste redmiddel was een hulphond. En dat bleek een schot in de roos.

Oplettende Plouf

Wanneer er iets van onrust ontstaat in een bepaalde situatie, grijpt Plouf meteen in. Ze duwt degene die stress veroorzaakt dan gewoon weg. Wanneer ik een nachtmerrie heb, haalt zij me uit de droom. En wanneer het onverhoopt echt fout zou gaan, weet ze hoe ze hulp moet halen. 24 uur per dag is ze bij me, zodat ik gewoon normaal kan functioneren. Dus heb ik een gewone baan, een gewoon leven. Als buitenstaander merk je helemaal niet zo veel van die PTSS. Je vraagt je alleen af waarom die witte hond altijd bij me is.

Eerste bijeenkomst

Oefenen

Het evenement op de Dam werd voorafgegaan door twee bijeenkomsten die georganiseerd waren door het Veteraneninstituut en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Die vonden plaats in Doorn en Amsterdam. Voorlichting, oefenen, tenue-inspecties en kennismakingen stonden op het programma. Plouf was daar uiteraard bij. Ze leerde meelopen met marcherende (ex-) militairen. Tijdens de verplichtingen was ze serieus en rustig. Ertussendoor nam ze telkens weer een duik op de grasvelden om even lekker te chillen. Hulphond of niet: ze moet vooral hond kunnen zijn.

Oefenen met veteranen

Naar de Dam

De dag van 4 mei vond Plouf best wel inspannend. Het begon met een wat lange reis naar Amsterdam, met de auto en de metro. Ze heeft een verschrikkelijke hekel aan autorijden. Meteen erna is ze het gelukkig weer helemaal vergeten. Na de laatste keer oefenen, de inspecties en de Indische maaltijd gingen we met z’n allen in bussen naar het centrum. We werden geëscorteerd door de marechaussee met blauwe zwaailichten. De rit waarbij Plouf in het gangpad stond en ze koste wat kost naar buiten wilde kijken, was best emotioneel. We reden door de stad. Overal draaiden mensen zich naar ons toe om te zwaaien of de militaire groet te brengen. Ik heb dat als heel ontroerend ervaren.

Opstellen

De bussen stopten op het Damrak. Plouf wilde maar één ding: zo snel mogelijk die nauwe en benauwde bus uit. Toeristen die daar rondliepen wilden meteen foto’s maken van die witte prachthond en van al die veteranen. Daar was even tijd voor. Daarna moesten we opstellen op het Damrak en vervolgens om de Bijenkorf heen naar de Dam marcheren, keurig in de maat. Plouf liep heel netjes. Ze trok veel bekijks en schrok alleen van een herdershond in het publiek die naar haar uitviel. Meteen erna liep ze weer in het gareel.

De koning komt eraan

Op de Dam werden we met z’n allen in twee rijen opgesteld, van het paleis tot aan het monument: de Erecouloir. Plouf en ik stonden helemaal vooraan. Na het opstellen begon het wachten. In het begin was Plouf nog wel nieuwsgierig naar al die mensen maar op een gegeven moment ging ze rustig liggen. De rust werd wat verstoord door een paar brutale duiven die wel heel dichtbij kwamen. Plouf keek naar ze en had zonder moeite een van die vogels kunnen vangen. Aan de overkant zag ik iemand al lachend kijken naar het tafereel, beseffend dat de hond ieder moment in actie kon komen. Ik vertelde haar dat het niet mocht dus Plouf liet de duiven met rust. Na een tijdje gingen ze vanzelf weg omdat er steeds meer activiteit was op de Dam. Er klonk muziek, er werd geschreeuwd, de militairen en veteranen sprongen in de houding, en toen kwamen vanuit links de koning, de koningin en hun gevolg eraan. In dat gevolg bevonden zich onder meer de minister-president en de burgemeester van Amsterdam.

Koning in aantocht
Voor de koning en de koningin

Nu ging Plouf zitten om te zien wat er gebeurde. Vlak voor onze neus stopten de koning en zijn stoet. Een half uur lang bleven ze daar staan, Willem-Alexander op drie meter afstand en Máxima nog dichterbij. Plouf staarde ze aan en je zag zowel de koning als de koningin heel snel en zo onopvallend mogelijk even naar haar kijken. Het was bijzonder om onze vorst een half uur lang in de ogen te kunnen kijken, tijdens de toespraken, tijdens de kransleggingen en tijdens de twee minuten stilte. In zijn ogen zag je dat de minuten stilte hem ook echt wat deden. Ook met premier Rutte had ik even oogcontact. Een hond in zo’n setting blijft toch een bijzondere verschijning.

De eerste krans

Meer rust in het lijf

Plouf had het na een tijdje allemaal wel gezien en ging weer liggen, waarbij ze het koningspaar onbeleefd de rug toekeerde. Achter ons bevonden zich veel meer mensen dan voor ons, dus vanuit haar perspectief is het logisch dat ze die kant in de gaten hield. Toen het défilé begon, was het voor haar tijd om zich weer om te draaien en, nog steeds lui liggend, te kijken naar al die mensen die in stilte en met respect voorbij kwamen lopen om even stil te staan bij de kransen, de bloemen en de herinnering aan hen die hun leven hebben gegeven. 

Lang stilstaan

We hebben er ruim twee uur gestaan. Aan het einde, toen de belangrijkste hoogwaardigheidsbekleders weg waren, vroeg een soldaat van de Nationale Reserve of Plouf wat water wilde. Hij ledigde een flesje van een halve liter in een bak en de hond dronk het in één keer weg. Het was best warm, de zon had de hele dag geschenen en ook al had Plouf veel gedronken voordat we de bus in gingen, toch had ze dorst.

Kijken naar de bevelhebbers, NOS uitzending

Veteranen en gevallenen

Heel Nederland had Plouf op televisie gezien. Zo helemaal vooraan viel ze beslist op. Ze stond symbool voor de veerkracht van veteranen. Iedere militair die op missie gaat maakt een sprong in het duister. Je weet nooit waar je uiteindelijk terecht komt en wat er kan gebeuren. Dat geldt voor alle functies tijdens uitzendingen, of je nu een gevechtsfunctie hebt of een ondersteunende rol krijgt toegewezen. Militairen komen wel eens beschadigd terug, lichamelijk en/of geestelijk. Je ziet steeds meer honden verschijnen die mensen met een lichamelijke beperking of PTSS kunnen ondersteunen. Niet alleen bij veteranen overigens, ook bij de politie. Deze avond liet Plouf zien dat ze er niet alleen vóór mij is, maar ook mét mij. Ze liet zien dat het leven door kan gaan, ook wanneer missies in het buitenland trauma’s hebben opgeleverd. Deze avond herdachten we in stilte al degenen die het niet na hebben kunnen vertellen en die het allerhoogste offer hebben gebracht.

De rust zelve

Heel even vervulde Plouf de rol van ambassadrice voor de hulphonden in Nederland, die vreemd genoeg met regelmaat worden geweigerd in een winkel of een restaurant. Ze heeft laten zien dat ze zelfs bij zo’n nationale ceremonie een rol mocht vervullen. Op het moment dat de commandant der strijdkrachten langsliep fluisterde hij mij wat vriendelijke woorden toe. Plouf en hij hadden een maand eerder al persoonlijk kennisgemaakt. Hulphonden zijn bij defensie allang niet vreemd meer.

Bovenaanzicht van de Dam

En wat Plouf er zelf van meegekregen heeft? Tja, ze vindt het gewoon fijn om altijd bij me te kunnen zijn. Het eerste wat ze deed toen we eindelijk thuis waren, was eisen dat de deur naar de tuin geopend werd, om heerlijk in het donker over het gras te rollen, alsof ze zo alle indrukken van zich af kon schudden. Een paar dagen lang was ze de heldin van ons dorp.

Voor mij zijn de momenten van voorbereiding tezamen met al die andere veteranen, die momenten van saamhorigheid en van herinnering op de Dam in ieder geval onvergetelijk. Ik zal ze zeker niet van me afschudden.

Met dank aan Birthe Kulik voor de foto’s.

Plouf op pad

Op pad gaan vindt Plouf wel leuk. Sowieso omdat ze dan mee mag en niet thuis hoeft te blijven. Daarnaast vindt ze het ontdekken van nieuwe plekjes en andere geurtjes heel interessant. De eerste (voor haar dan) grote reis was naar Utrecht. Ze was nog een kleine pup en een deel van de wandeling moest ze gedragen worden om haar niet te veel te belasten. “Wie laat nou wie uit?” was de opmerking die ik steevast kreeg te horen onderweg. Al heel jong ontdekte Plouf op die manier de Oudegracht en de Domtoren. 

Eerste stapjes in Utrecht

Plouf houdt nog steeds niet zo van autorijden. Ze springt iedere keer met veel enthousiasme op de achterbank maar zodra de auto in beweging komt, vindt ze het maar niks. Ze heeft stress in de auto. Zodra we stil staan is het overigens meteen over. Bij lage snelheden waarbij haar kop uit het raam kan, gaat het steeds beter. En we hebben echt van alles geprobeerd. Voorin, achterin, in een mand, met een knuffel, op schoot… Auto’s zijn gewoon niet haar ding. Dus reizen we binnen Nederland wel eens met de trein. Dat vindt ze eigenlijk ook niet helemaal leuk maar uiteindelijk gaat ze toch liggen en zelfs slapen tijdens de rit. Ze heeft wel een voorkeur voor het fietsencompartiment boven een coupé. Het is er ruimer dus fijner voor haar.

In de trein

Nieuwe plekjes ontdekken samen met je hond is gezellig. Soms is het ook wat lastig. In Amsterdam viel het aantal grasveldjes om te kunnen plassen namelijk wel erg tegen. Vanaf het Centraal Station tot aan het Museumplein zag je Plouf steeds uit haar ooghoeken zoeken naar een geschikte plek. Die kwam maar niet. Op de kaart van Amsterdam zie je binnen de grachtengordel dan ook geen enkele hondenuitlaatplaats. Aan de andere kant van het Rijksmuseum was gelukkig heel veel gras maar toen we daar aankwamen na een wandeling over het Damrak, door de Kalverstraat en langs allerlei grachten, waren we wel een uur verder.  

Museumplein Amsterdam

Steden zijn misschien wat minder geschikt voor een plattelandshond als Plouf. Ze kijkt weliswaar haar ogen uit naar al die mensen, maar voluit ravotten in een stuk natuur zonder aangelijnd te zijn, heeft toch wel haar voorkeur. Het liefst duikt ze dan ook nog eens overal waar het maar kan het water in. Soms mag ze dat niet en dan blijft ze demonstratief staren naar die aanlokkelijke plas in de hoop dat het er misschien toch nog van komt. Die dikke vacht droogt niet zo snel en soms komt het even niet uit dat ze drijfnat is. In een trein bijvoorbeeld. In dit rare kunstwerk bij Slijk-Ewijk keek ze dan ook begerig en zielig naar al dat lekkere water.

Slijk-Ewijk

Af en toe moet ze zich nóg beter gedragen, zoals onlangs bij een werkbezoek aan de PreZero energiecentrale in Roosendaal. Ze is overigens niet binnen geweest want een hond heeft daar helemaal niets te zoeken. Het is er lawaaierig en ze zou veiligheidskleding aan moeten trekken. Zelfs voor een inmiddels geroutineerde hulphond gaat dat net iets te ver. Daarnaast was het grasveld veel leuker en stond haar tijdelijke drinkbak veilig in het kantoorgebouw.

PreZero Energy Roosendaal

Strand is echt wat ze het mooiste vindt. Dat ligt aan de combinatie met water. Menig hond geniet al van de duinen maar voor haar betekent wandelen in de duinen dat ze niet in zee ligt. De duinen slaat ze om die reden liever over. Ze gaat meestal naar Noordwijk aan Zee om lekker langs de vloedlijn te rennen en de golven in te duiken, maar ook op Terschelling kon ze haar hart ophalen. Dat laatste is een prachtig eiland voor mensen en voor honden. Tijdens het weekend draaide het voor haar de hele dag enkel en alleen om zee en zand. De duinen nam ze op de koop toe, maar van daaruit bleef ze wel steeds de zee in de gaten houden.

Gluren naar de zee op Terschelling

Ook het midden van het land en, preciezer nog, het middelpunt van Nederland mocht Plouf een keer ontdekken. In Lunteren markeert sinds 1965 een zwerfsteen die speciale, centrale plek en er komen veel mensen af op de nationale bezienswaardigheid. Het omliggend gebied is ideaal voor mooie boswandelingen. De beruchte muur van Mussert staat ook in de buurt maar daar zijn Plouf en ik niet heen geweest. De meningen zijn verdeeld over hoe lang de schandmuur er nog moet blijven staan.  

Het middelpunt van ons land

Plouf reist heel wat af door het land. Kort geleden reed ze mee naar het Nationale Park de Hoge Veluwe. Dit is een prachtig natuurgebied van maar liefst 5.400 hectare met zowel bos, hei als stuifzand, waar grote diersoorten voorkomen als edelherten, moeflons, reeën en wilde zwijnen. Het is prachtig dat zoiets bestaat binnen onze landsgrenzen. Het is een heerlijke plek om te ontdekken. Het meest verrassende was misschien wel het jachthuis Sint Hubertus, door Berlage ontworpen als buitenhuis voor de familie Kröller-Müller. Bij een jachthuis verwacht je een wat uitgebouwde hut. Dit is meer een kasteeltje.

Voor het jachthuis

Plouf is niet binnen geweest in het jachtslot. Buiten is het immers veel leuker voor haar. In het Brabantse Oudenbosch mocht ze wel even de grote 19e eeuwse basiliek in om te poseren. Stilzitten en alle aandacht krijgen terwijl ze gefotografeerd wordt, vindt ze gewoon leuk. Vaak gaat ze al mooi zitten op het moment dat iemand een telefoon tevoorschijn haalt. De meneer die op de basiliek paste was uitermate lief voor haar. Gewoonlijk mogen honden alleen mee naar binnen indien ze gedragen worden. Plouf weegt 31 kilo dus dat is wat aan de zware kant. Ze mocht toch even naar binnen voor haar fotoshoot en de brave man had er een zwabber bij gehaald voor het geval ze de vloer zou bevuilen.   

Oudenbosch

Of het ereveld in Loenen een uitstapje is of een gedenkplaats, hangt af van wat je er komt doen. Plouf is al er al een paar keer geweest en gedraagt zich iedere keer voorbeeldig wanneer we langs de graven van gevallenen lopen. Het is er stil en vredig en buiten de begraafplaats om kun je ook een stuk door het bos lopen. Het meest interessante aldaar vond zij toch wel de grote spiegel met de tekst ‘Zo zien mensen eruit die in vrede leven’.  

In vrede leven

Uitstapjes en dagtochtjes zijn er best wel veel in Nederland en er zijn er aardig wat bij die ook leuk zijn voor de viervoeters. En nee, ze mogen inderdaad niet overal naar binnen, wat lastig is als je tijdens een dagje wandelen ergens wat wilt eten of drinken. Er zijn echter steeds meer restaurants die honden welkom heten waardoor een dagje weg met de hond gewoon mogelijk is. In de trein zijn ze in ieder geval welkom. Je moet er zelfs een speciaal hondenkaartje voor kopen.

Pluizige paardenbloemen

Cultuurhond Plouf

Hulphond zijn biedt Plouf het voordeel dat ze vrijwel altijd en overal mee naar toe mag. Hulphond zijn heeft ook een nadeel want ze vindt beslist niet alles even leuk. Neem nou museumbezoeken.

Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem was haar eerste museumervaring. Ze mocht wandelen, kijken en snuffelen naar hartenlust. Ze kwam ook andere honden tegen in dit museumpark met een oppervlakte van 44 hectare. Het is een mooi ontdekkingsgebied voor gezinnen en daar horen honden soms ook bij. Dus ze zijn welkom.

Nederlands Openluchtmuseum
Nederlands Openluchtmuseum

Het Rijksmuseum in Amsterdam was toch weer anders. Ze kon maar geen gras vinden, en ook geen andere honden. Tijdens de rondgang door het statige gebouw moest ze braaf zijn, netjes lopen en zich niet af laten leiden door al die buitenlandse toeristen die haar wilden fotograferen. Een enkeling waagde het om haar, ondanks haar dekje, toch een aai te geven. Daar reageerde ze dan niet op. Het werd wel snel duidelijk dat schilderijen haar niet zo interesseren, zelfs de afgebeelde honden niet, waaronder die hele bekende die op de Nachtwacht van Rembrandt prijkt. Toen ze moe werd van het dagje Amsterdam mocht ze een dutje doen van 10 minuten alvorens vrolijk op te staan en weer kwispelend verder te lopen. Poseren voor bekende kunstwerken vond ze trouwens wel heel leuk. Mooi zitten doet ze maar al te graag als er voldoende aandacht tegenover staat.

Rijksmuseum
Rijksmuseum

Op een andere dag viel het Van Gogh museum in de hoofdstad haar ten deel. De glazen lift vond ze prachtig. Ze kon vliegen en naar buiten kijken tegelijk. Gewoonlijk vindt ze spiegels in liften al fascinerend maar dit was helemaal het toppunt voor haar. Dit vond ze ook het leukst aan dit museum trouwens. Het was erg druk in de zalen en de aanwezigheid van al die mensen kostte haar veel aandacht. Bij iedere gelegenheid die zich maar aandiende plofte ze neer om demonstratief en verveeld te gaan snurken. Een echte cultuurhond gaat ze niet worden.

Verveeld in het Van Gogh museum
Verveeld in het Van Gogh museum

Museum het Valkhof in Nijmegen was het eerste museum waar ze echt tekeer ging. Terwijl ze de trap opliep begon één van de grote kunstballen die daar lagen opeens te draaien. Een menselijke bezoeker vindt dat leuk of interessant. Zij vond het vreemd en haar geblaf galmde weldra door het halve gebouw. Ze vermande zich echter en keek wel nog een paar keer wantrouwend om terwijl ze zich naar de zalen over de Romeinse tijd liet leiden. Bij terugkeer keek ze slechts noch met een schuin oog en enige argwaan naar de inmiddels roerloze bal. Dezelfde middag was museum de Bastei aan de beurt, een paar honderd meter verderop. Het museum is niet overal erg makkelijk begaanbaar voor een hond, maar Plouf zag dat meer als spel dan als hindernis. Bij de tentoonstelling met opgezette dieren uit de regio hield ze zich heel koest. Ze gluurde naar die bever, die otter en die vogels. Aangelijnd en met haar dekje wist ze dat ze aan het werk was dus schonk ze er geen aandacht aan.

Poseren in het Valkhof
Poseren in het Valkhof

Ondertussen begin ik te begrijpen wat Plouf wel en niet leuk vindt aan een museum. Ze houdt van musea die ruim van opzet zijn zodat ze een goed overzicht heeft. Mensen zien vindt ze fijn, als het er maar niet te veel zijn. Ze heeft een hekel aan gladde vloeren en ze wil af en toe even uit kunnen rusten en wat te drinken krijgen. Trappen vermijden we om haar gewrichten te ontlasten dus als er een lift is nemen we die. Bij voorkeur een glazen lift. Daarnaast is één museum per dag wel genoeg voor haar.

Plouf op de boekcover
Plouf op de boekcover

Het laatste museum dat ze onlangs bezocht was het paleis op de Dam. Daar moest ze echt een keer heen. In mijn eind vorig jaar verschenen roman ‘Maxime I’ dat zich afspeelt aan het begin van de 18e eeuw, loopt Plouf ook over de vloeren van de Burgerzaal van het paleis. Ze staat zelfs op de cover van het boek. Fictie en werkelijkheid moesten dus eens samenkomen. Er werd door een medewerker een lift aangeboden naar de verdieping maar om de een of andere reden wilde Plouf via de brede trap naar boven. Zoveel klimmen is het immers niet. Ze heeft een hele tijd in de Burgerzaal gezeten, rustig kijkend naar de ruimte en naar de mensen. Het leek even of ze zich herinnerde hoe het daar 300 jaar geleden was. Het voormalige stadhuis van Amsterdam is blijkbaar groots en betoverend voor zowel mensen als honden.

Paleis op de Dam
Paleis op de Dam

Met een baasje die cultuur, geschiedenis en musea leuk vindt heeft Plouf nog wat musea te gaan. Daar kunnen nog flink wat blogs over geschreven worden. De stelregel daarbij is wel dat het voor allebei leuk moet zijn. Een hulphond is geen voorwerp dat je overal mee naar toe sleept. Het is een buddy, een maatje, een lieve hond die ook recht heeft op plezier, geluk en op onbezorgd hond zijn. Iedere keer mee mogen is voor haar al heel wat waard maar daarnaast krijgt ze voor en na het museum altijd de kans om uitgebreid te spelen. Zo wordt vermaak afgewisseld met focus en werken, en hebben we allebei wat we willen. Rekening houden met elkaar is dus de stelregel, zoals iedere hond het verdient.        

Plouf in de hoofdstad

Wanneer je in een bepaald land leeft, is het leuk om daar de hoofdstad eens van te bezoeken. Dat geldt ook voor Plouf. Dus op een zonnige zaterdag mocht ze mee de trein in voor een dagje Amsterdam.

De treinreis op zich was al wat spannend. Plouf moest zich schrap zetten door de onaangekondigde bewegingen van het treinstel. En ze was ook niet groot genoeg om naar buiten te kunnen kijken. Uiteindelijk koos ze ervoor om maar gewoon te gaan liggen, de lange staart in het gangpad, in de hoop dat niemand daar op zou stappen. Gelukkig voor haar moest er een paar keer overgestapt worden waardoor ze op de verschillende perrons nieuwsgierig om zich heen kon kijken en zich verheugde op de volgende trein..

Eerste stappen in de trein
Eerste stappen in de trein

Wat gaat een golden retriever doen in Amsterdam? Kunst of geschiedenis ontdekken? Culinair genieten? Shoppen of in de parken naar mensen en andere honden kijken? Dit alles stond op het lijstje.

Meteen na aankomst op het Centraal Station was het erg druk, iets wat deze plattelandshond niet gewend is. Overal mensen. Aan de riem baande ze zich een weg door de menigte in de richting van het Damrak. Ze begon ongedurig te trekken zodra ze de eerste gracht zag. Water! Dus: zwemmen! Het zat er niet in voor haar en wat teleurgesteld maar nog steeds onderzoekend liep ze niet veel later de Dam op. Het was tijd voor een fotosessie met het Koninklijk Paleis op de achtergrond. Plouf is dol op poseren. Zodra iemand een camera of een mobieltje tevoorschijn haalt gaat ze meteen en ongevraagd mooi zitten of netjes staan, ook wanneer iemand een foto wil maken zónder hond op de voorgrond.

Voor het Koninklijk Paleis
Voor het Koninklijk Paleis

De fotosessie op de Dam leverde nogal wat hilariteit op door de vele duiven die blijkbaar ook graag op de foto wilden. Mensen gingen netjes opzij om haar de kans te geven eventjes te stralen maar ze werd steeds weer belaagd door een hele zwerm duiven die dat ook wel een mooi plekje vonden. Goed opgevoed als ze is, ging ze niet op duivenjacht en deed ze echt haar best om een paar duifloze foto’s te laten maken. Plouf keek even naar het paleis dat vroeger, van 1655 tot 1808, het stadhuis van Amsterdam was. Toen Lodewijk Napoleon de eerste koning van Nederland werd, maakte hij er een koninklijk paleis van. Sindsdien is het zo gebleven. Plouf ging ook nog tussen alle mensen rond het Nationaal Monument op de Dam zitten. Dit gedenkteken aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland is een plek waar altijd velen samenkomen. ‘Geschiedenis’ kon afgevinkt worden van de to-do list.

Uitrusten op het Monument op de Dam
Uitrusten op het Monument op de Dam

Vervolgens dook Plouf de Kalverstraat in, en dat op een zaterdagmiddag. Zoveel mensen had ze nog nooit bij elkaar gezien. Tot aan de Munttoren toe was het druk. En het ergste van alles: er was geen groenstrookje te bekennen om even te kunnen plassen. Het vragende snoetje ging steeds heen en weer. ‘Mag het hier?’ of ‘Kan het hier misschien?’ Het oversteken van de grachtengordels leverde de nodige afleiding op met toch weer die ijdele hoop dat ze misschien mocht zwemmen.

Even een knuffel nodig bij de grachtengordels
Even een knuffel nodig bij de grachtengordels

Toen eenmaal het uit 1885 stammende Rijksmuseum in zicht kwam was voor Plouf de verlossing nabij. Onder de poort door zag ze het Museumplein met daarachter allemaal zonovergoten grasvelden. Ploeteren in het water is lekker maar een snoekduik nemen in het gras en dan ongegeneerd rollebollen eveneens. Tot groot vermaak van de vele toeristen die daar aan het genieten waren, ging ze helemaal los. Met wat groene strepen op de dikke witte vacht mocht ze wat later bij het kunstzinnige Cobra Café een flinke bak water leegslurpen.

Tong uit de bek op het Museumplein
Tong uit de bek op het Museumplein

Een verblijfje bij Cobra was niet genoeg om ‘kunst’ af te vinken. Statig stond het Rijksmuseum haar op te wachten voor veel meer kunst. Een hond is gewoonlijk niet welkom in het Rijksmuseum maar aangezien Plouf een assistentiehond is en dus feitelijk de hele dag al aan het werk was, mocht ze toch mee naar binnen. Braaf, aan de korte lijn, dicht in de buurt van het baasje, nadat haar pasje gecontroleerd was, ging ze op ontdekkingstocht door het fenomenale gebouw. Met de lift mocht ze naar boven en naar beneden, ze ging netjes zitten bij elk kunstwerk dat langdurig werd bekeken en ze mocht ook een dutje doen tussendoor om even bij te komen van al die hoofdstedelijke indrukken. In veel zalen werden de camera’s en mobieltjes van kunstliefhebbers even op haar gericht en vormde ze zelf een mooie en knappe attractie. En tenslotte moest ze toch even poseren voor de Nachtwacht van Rembrandt die sinds een paar maanden in een nieuw glazen huis staat. Het hondje dat afgebeeld is op het wereldberoemde schilderij zag ze niet maar dat had op zijn beurt ook geen oog voor haar.

Voor de Nachtwacht
Voor de Nachtwacht

Het museumbezoek verliep best goed. Het was wel druk maar niet zo vol als in de stad. Plouf kwispelde vaak en was zichtbaar blij dat ze mee mocht. Heel veel mensen kwamen op haar af om haar te strelen, waarbij het teken ‘niet afleiden’ op haar rug de bezoekers telkens weer deed terugdeinzen. Op momenten dat haar focus ligt op begeleiding wil ze eigenlijk ook helemaal niet geaaid worden. Soms draaide ze zich om met een blik van ‘mag het nu wel even?’ en na toestemming liet ze zich dan kort verwennen zonder zich echter te laten afleiden.

Na een bezoek aan een iedere keer weer mooi en interessant Rijsmuseum was het wederom even tijd voor Cobra en voor het Museumplein. Wat brokjes, koel water, spelen en een kort dutje voordat het de beurt was aan het moment ‘culinair’. Daarvoor mocht Plouf mee naar restaurant Rijks dat in 2014 de deuren opende in één van de vleugels van het Rijksmuseum. Al gauw kreeg het restaurant een Michelinster en in 2019 werd het zelfs uitgeroepen tot één van de 50 beste restaurants ter wereld. Plouf heeft daar niet zoveel te zoeken want ze is helemaal tevreden met haar brokjes van Royal Canin. Als werkende hulphond mocht ze wel mee het fijne restaurant in. Ze nam genoegen met een bak water en af en toe een stukje brood om vervolgens urenlang in een hoek van de zaal naast de tafel te gaan slapen, uitgeput na een lange dag.

Mooi zitten bij Rijks
Mooi zitten bij Rijks

Het enige wat ontbrak aan deze zaterdag vol met drukte en indrukken was het shoppen. Daar was gewoonweg geen tijd voor. Plouf verdient het namelijk om af en toe ook lekker te kunnen spelen en gewoon hond te zijn. En daar waren de grasvelden van het Museumplein erg geschikt voor. De volgende ochtend, weer thuis, meteen nadat ze wakker werd, nam ze alweer de eerste verkoelende duik in het meer. Ze stak haar kop onder water om op de bodem op zoek te gaan naar stenen. Daar onder de oppervlakte bevindt zich haar eigen museum vol met schatten. De grote, drukke maar ook wel leuke hoofdstad was ze alweer vergeten.