Op haar eerste ochtend in Parijs liep Plouf vol zelfvertrouwen het hotel uit om naar de oever van de Seine te wandelen. Ze had een prima nacht gehad in een mooi hotel waarvan de kamers waren ingericht in de stijl van de Franse koningen. Op de bovenste verdieping van het eeuwenoude gebouw had ze de beschikking over een bed en een dakterras. Ze houdt van koelte dus vooral dat laatste kwam haar prima uit.
Grote stad
Maar ze schrok wel van de grote stad. Veel auto’s, veel lawaai, veel mensen, maar vooral: geen plekje om rustig haar behoeften te doen. Er was geen stukje groen te bekennen. Een paar grassprieten bij een boom waren misschien voldoende voor een plasje maar voor de rest wilde ze toch echt een hele grasstrook hebben. Plouf is niet bepaald een stadshond. Omdat ik het zelf ook niet wist, zijn we naar het park de Tuileries gelopen, achter het Louvre. Daar was dan eindelijk een grasveld, waar Plouf meteen kennis kon maken met veel Franse honden. Later in de week ontdekten we wat groene stroken op de onderste wal langs de Seine, tegenover de Conciergerie. Aan de overkant van de Seine, na de Pont-Neuf, in de Square du Vert-Galant, heb je ook een heus grasveld. Op deze historische plaats werd in 1314 de laatste grootmeester van de Tempeliers op de brandstapel geëxecuteerd. Hij heette Jacques de Molay.
Chantilly
De dagen voordat we in Parijs belandden waren wat rustiger. Plouf verbleef in Chantilly, net boven de grote stad, bekend van de paardenraces en het prachtige kasteel. Een paar keer per dag mocht ze wandelen in het bos waarvan de bodem helemaal in bloei stond, met witte en blauwe bloemen. Ze bracht er wat dagen door bij haar vriendinnetje Luna, een mooie husky.
Ook een bezoek aan het fenomenale château was onderdeel van het programma. Het kasteel herbergt een grandioze privé-kunstcollectie, met werken van onder andere Rafaël, Clouet, De Champaigne, Delacroix en Ingres. Plouf is dan wel een leuke en slimme hond, maar duidelijk geen cultuurhond. Het museumbezoek onderging ze, af en toe nieuwsgierig kijkend naar andere mensen, of demonstratief en luid zuchtend neerploffend wanneer het haar net iets te lang duurde. Ze had meer interesse in het grote park dat in de zeventiende eeuw werd aangelegd door André Le Nôtre, de tuinarchitect van de Zonnekoning. De tuinen liggen er nog net zo bij als eeuwen terug. De kleine hagen zijn met precisie gesnoeid en de grote waterpartijen geven het geheel een fantastische aanblik.
Plouf vond een weekje in Parijs zowel leuk, spannend als vermoeiend. Het was leuk omdat ze overal mee naar toe mocht en af en toe mee kon proeven tijdens het eten. Het was vooral spannend in de metro voor de eerste keer. En na dagenlang door de stad lopen in het zonnetje was ze ’s avonds altijd best moe.
Au vieux comptoir
Al snel wist ze de weg van het hotel naar restaurant Au vieux comptoir. De eerste keer dat we daar aten, werden we zo gastvrij ontvangen dat we vervolgens iedere dag daar gegeten hebben. Ze kreeg elke avond haar eigen plek voor de deur zodat ze goed in de gaten kon houden wie er binnen kwam en wie er naar buiten ging. Ook kreeg ze telkens meteen een drinkbak voorgeschoteld. Anne, de eigenaresse, verontschuldigde zich wat omdat de kom nogal klein was. Dat kwam volgens haar omdat er in Parijs niet zo veel grote honden wonen, gelet op het gebrek aan tuinen en uitlaatplaatsen. Plouf mocht soms een beetje proeven van het grandioze eten dat daar wordt bereid, alles volgens grootmoeders recepten. En Anne was duidelijk naar haar klanten: “Plouf is de stamgast”.
Musea
Het Louvre werd de volgende museumervaring voor deze witte viervoeter. Zoals eerder aangegeven is Plouf geen cultuurliefhebber, dus dit soort bezoeken beperk ik in de regel tot één per dag en dan maximaal anderhalve uur lang, tenzij ze er tussendoor even uit kan. Sommige musea hebben namelijk ook een buitengedeelte.
Het Louvre, dat vroeger één van de paleizen van de koning was, is groot, te groot om zelfs in een week goed te bekijken. Drommen mensen bewegen zich voort in de gangen, op zoek naar het beeld Venus van Milo en de Mona Lisa van Da Vinci. Dikke rijen mensen wachten tot ze dat mysterieuze schilderij mogen bekijken. Wij hebben het overgeslagen. Toen ik kind was ging ik wel eens met mijn ouders naar het Louvre, en toen hadden we het schilderij voor ons alleen. In die tijd kon je het bijna aanraken. Maar het Louvre is iedere keer opnieuw interessant, met aandacht voor meesterschilders, voor beeldhouwers en voor beschavingen.
Het Musée d’Orsay is eigenlijk net zo interessant, maar zeker minder druk. Ook hier vind je veel sculpturen en schilderijen. Ik vond het mooi om naar de werken van Gauguin te kijken, waarvan er één pronkt op de Franse postzegels die ik vroeger spaarde. Er hangen ook wat werken van Vincent van Gogh. Het is ruim opgezet en open. Plouf kon er prima gedijen zonder dat ze steeds bedacht moest zijn op honderden voeten die haar poten of staart wilden betrappen.
Tour Eiffel
Alles wat in de buitenlucht ligt, is voor een hond toch leuker dan binnen, tenzij het regent. Plouf zwemt weliswaar heel graag, maar heeft een hekel aan regen. Daar hebben we gelukkig geen last van gehad. Een bezoek aan de Eiffeltoren was zeker onderdeel van het programma. Niet erop, nee, gewoon ervoor, lekker in het gras, onder de roze bloesem van de kersenbomen. De fonteinen werkten niet maar het was een heerlijke middag om rustig neer te strijken en even niets te doen. Ik deed althans niets. Plouf kon zich lekker uitleven, in haar eentje rollend door het gras of spelend met Parijse hondjes. Een kleine fotoshoot tussendoor, en ze mocht de metro weer in, terug naar het hotel.
Die metro was wel wat wennen voor haar. De trein vindt Plouf al niet heel erg leuk. De metro is nog veel erger. Veel geluiden als zoemers en dichtslaande deuren, mensen die gestressed zijn, haast hebben en dicht op elkaar staan. Maar na een paar ritjes was ze er enigszins aan gewend. Metrostations zijn overigens niet ideaal voor honden, met weinig daglicht, lange gangen, veel trappen en roltrappen, poortjes en weinig liften. Van de vele kilometers die Plouf in Parijs heeft afgelegd, zijn er wel een aantal onder de grond geweest.
Het paleis van de Zonnekoning
Het paleis van Versailles was de laatste grote expeditie. Ook daar werd Plouf met alle égards ontvangen. Een assistentiehond heeft echt overal toegang. Er wordt weliswaar af en toe gevraagd om een identiteitsbewijs van de hulphond, maar daarna is ze absoluut welkom. Het koninklijke Versailles, het paleis dat door Louis XIV werd gebouwd en dat als voorbeeld diende voor veel paleizen in Europa, is immens groot.
We begonnen met een rondleiding achter de schermen, in een klein groepje met een gids, om op plekken te komen waar de meesten niet komen. Vroegere badkamers en privé-vertrekken werden zo zichtbaar. Daarna was het tijd om zelf rond te lopen, door de Grote Appartementen en de wereldwijd bekende Spiegelzaal. Plouf liep de route die zij ook wandelde in het boek “Maxime I”, waarin zij haar eigen rol speelt, maar dan in de achttiende eeuw. De Spiegelzaal kijkt uit op de uitgestrekte paleistuinen, en de 357 grote spiegels zorgen ervoor dat je vanaf elke plek in de galerij uitzicht hebt op het park. Ook hier mocht Plouf even poseren tussen de menigte, maar haar blik was vooral gericht op de tuinen. Ze gluurde steeds door de ramen in plaats van bewondering te hebben voor goud, kristal, marmer en schilderijen. Die begerige blik naar buiten was in elk geval het sein om het bezoek af te breken en verder te gaan in het aantrekkelijke park. Ook hier rent ze dagelijks rond in de eerder genoemde roman. Versailles was als een soort thuiskomst.
Veel te zien
Om door Parijs heen te stappen heb je meer tijd nodig dan een week. In de Stedenbundel schetste ik een kort bezoek, maar als je het ontspannen doet, samen met een hond, en elke avond met andere mensen gaat eten, kom je tijd tekort. Vanuit de Tuileries hebben we de Champs-Elysées en de Arc de Triomphe gezien maar we zijn niet zo ver gelopen.
Het Palais Royal was de plaats voor een leuke wandeling. Ook het Centre Pompidou is al lopend door de stad aangedaan, evenals het grote stadhuis van het eerste arrondissement. De Invalides en het graf van Napoleon hebben we overgeslagen. Ik ben er al vaak geweest en ik wilde Plouf toch vooral ook wat rust gunnen af en toe.
De Notre-Dame mocht niet ontbreken en daar hebben we een rondje omheen gelopen. Na de brand in april 2019, nu vier jaar geleden, ziet de voorkant van de kerk er inmiddels redelijk ongehavend uit. De zijkant biedt een dramatische aanblik. De restauratiewerkzaamheden vorderen en de overheid hoopt het gebouw eind 2024 weer voor het publiek te kunnen openen. Ook de Sacré-Cœur en het altijd gezellige Montmartre hebben we overgeslagen. Te veel, te ver, in combinatie met alles wat we gedaan hebben.
Hulphond annex reishond
Plouf is een hulphond annex reishond. Ze vond zelf vooral de Tuileries leuk. Ze kende de weg van het hotel naar de tuinen en terug al snel, en vond het maar wat mooi om daar gewoon even hond te zijn met allemaal andere speelkameraadjes. Want vakantie moet leuk zijn voor allebei.