Cultuurhond Plouf

Hulphond zijn biedt Plouf het voordeel dat ze vrijwel altijd en overal mee naar toe mag. Hulphond zijn heeft ook een nadeel want ze vindt beslist niet alles even leuk. Neem nou museumbezoeken.

Het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem was haar eerste museumervaring. Ze mocht wandelen, kijken en snuffelen naar hartenlust. Ze kwam ook andere honden tegen in dit museumpark met een oppervlakte van 44 hectare. Het is een mooi ontdekkingsgebied voor gezinnen en daar horen honden soms ook bij. Dus ze zijn welkom.

Nederlands Openluchtmuseum
Nederlands Openluchtmuseum

Het Rijksmuseum in Amsterdam was toch weer anders. Ze kon maar geen gras vinden, en ook geen andere honden. Tijdens de rondgang door het statige gebouw moest ze braaf zijn, netjes lopen en zich niet af laten leiden door al die buitenlandse toeristen die haar wilden fotograferen. Een enkeling waagde het om haar, ondanks haar dekje, toch een aai te geven. Daar reageerde ze dan niet op. Het werd wel snel duidelijk dat schilderijen haar niet zo interesseren, zelfs de afgebeelde honden niet, waaronder die hele bekende die op de Nachtwacht van Rembrandt prijkt. Toen ze moe werd van het dagje Amsterdam mocht ze een dutje doen van 10 minuten alvorens vrolijk op te staan en weer kwispelend verder te lopen. Poseren voor bekende kunstwerken vond ze trouwens wel heel leuk. Mooi zitten doet ze maar al te graag als er voldoende aandacht tegenover staat.

Rijksmuseum
Rijksmuseum

Op een andere dag viel het Van Gogh museum in de hoofdstad haar ten deel. De glazen lift vond ze prachtig. Ze kon vliegen en naar buiten kijken tegelijk. Gewoonlijk vindt ze spiegels in liften al fascinerend maar dit was helemaal het toppunt voor haar. Dit vond ze ook het leukst aan dit museum trouwens. Het was erg druk in de zalen en de aanwezigheid van al die mensen kostte haar veel aandacht. Bij iedere gelegenheid die zich maar aandiende plofte ze neer om demonstratief en verveeld te gaan snurken. Een echte cultuurhond gaat ze niet worden.

Verveeld in het Van Gogh museum
Verveeld in het Van Gogh museum

Museum het Valkhof in Nijmegen was het eerste museum waar ze echt tekeer ging. Terwijl ze de trap opliep begon één van de grote kunstballen die daar lagen opeens te draaien. Een menselijke bezoeker vindt dat leuk of interessant. Zij vond het vreemd en haar geblaf galmde weldra door het halve gebouw. Ze vermande zich echter en keek wel nog een paar keer wantrouwend om terwijl ze zich naar de zalen over de Romeinse tijd liet leiden. Bij terugkeer keek ze slechts noch met een schuin oog en enige argwaan naar de inmiddels roerloze bal. Dezelfde middag was museum de Bastei aan de beurt, een paar honderd meter verderop. Het museum is niet overal erg makkelijk begaanbaar voor een hond, maar Plouf zag dat meer als spel dan als hindernis. Bij de tentoonstelling met opgezette dieren uit de regio hield ze zich heel koest. Ze gluurde naar die bever, die otter en die vogels. Aangelijnd en met haar dekje wist ze dat ze aan het werk was dus schonk ze er geen aandacht aan.

Poseren in het Valkhof
Poseren in het Valkhof

Ondertussen begin ik te begrijpen wat Plouf wel en niet leuk vindt aan een museum. Ze houdt van musea die ruim van opzet zijn zodat ze een goed overzicht heeft. Mensen zien vindt ze fijn, als het er maar niet te veel zijn. Ze heeft een hekel aan gladde vloeren en ze wil af en toe even uit kunnen rusten en wat te drinken krijgen. Trappen vermijden we om haar gewrichten te ontlasten dus als er een lift is nemen we die. Bij voorkeur een glazen lift. Daarnaast is één museum per dag wel genoeg voor haar.

Plouf op de boekcover
Plouf op de boekcover

Het laatste museum dat ze onlangs bezocht was het paleis op de Dam. Daar moest ze echt een keer heen. In mijn eind vorig jaar verschenen roman ‘Maxime I’ dat zich afspeelt aan het begin van de 18e eeuw, loopt Plouf ook over de vloeren van de Burgerzaal van het paleis. Ze staat zelfs op de cover van het boek. Fictie en werkelijkheid moesten dus eens samenkomen. Er werd door een medewerker een lift aangeboden naar de verdieping maar om de een of andere reden wilde Plouf via de brede trap naar boven. Zoveel klimmen is het immers niet. Ze heeft een hele tijd in de Burgerzaal gezeten, rustig kijkend naar de ruimte en naar de mensen. Het leek even of ze zich herinnerde hoe het daar 300 jaar geleden was. Het voormalige stadhuis van Amsterdam is blijkbaar groots en betoverend voor zowel mensen als honden.

Paleis op de Dam
Paleis op de Dam

Met een baasje die cultuur, geschiedenis en musea leuk vindt heeft Plouf nog wat musea te gaan. Daar kunnen nog flink wat blogs over geschreven worden. De stelregel daarbij is wel dat het voor allebei leuk moet zijn. Een hulphond is geen voorwerp dat je overal mee naar toe sleept. Het is een buddy, een maatje, een lieve hond die ook recht heeft op plezier, geluk en op onbezorgd hond zijn. Iedere keer mee mogen is voor haar al heel wat waard maar daarnaast krijgt ze voor en na het museum altijd de kans om uitgebreid te spelen. Zo wordt vermaak afgewisseld met focus en werken, en hebben we allebei wat we willen. Rekening houden met elkaar is dus de stelregel, zoals iedere hond het verdient.        

Plouf op zakenreis

Wat? Baasje gaat weer op reis? Op zakenreis zelfs? Plouf staat vanaf de oprit argwanend te kijken naar wat er allemaal staat te gebeuren rond de auto en voor ik het zelf in de gaten heb, zit ze al op de achterbank. Het is niet zo dat ze graag in de auto zit. Maar ze gaat wel graag altijd met mij mee. En dan neemt ze de auto voor lief. Haar eigen koffertje ligt allang in de auto met daarin een kleedje, haar lievelingsknuffel, etensbakken, brokjes, koekjes, water voor onderweg, haar hondenpaspoort …

Wachten tot de auto opgeladen is

En dan: 500 kilometer snelweg en Autobahn richting Neckarsulm, in  de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. De standaardwoorden voor onderweg zijn ‘Stau’ en ‘Baustelle’. Daarnaast wil Plouf graag iedere 100 kilometer even de pootjes strekken. Ook moeten de accu’s van de auto af en toe opgeladen worden dus we doen er ruim zeven uur over. We rijden niet naar de stad van bestemming in de omgeving van Heilbronn, maar naar een 20.000 inwoners tellend stadje vlak in de buurt, Bad-Friedrichshall. Een Duitse collega heeft daar een aantal kamers gereserveerd in het hotel Schloβ Lehen.

De entree van het hotel

Het slot is een klein kasteeltje met 21 kamers in Renaissancestijl. Het werd gebouwd in 1553 en is in de eeuwen daarna het bezit geweest van verschillende families en keizerlijke leendragers. In 1953 werd het een hotel. Plouf vindt de kleine en wiebelende lift naar de derde verdieping best interessant. Met name de grote spiegel trekt haar aandacht. De kamer geniet meteen haar goedkeuring. Er staan twee bedden die gescheiden worden door een tussenwandje en haar keuze is snel gemaakt. Leuk om te zien hoe een hond meteen bezit neemt van een groot, netjes opgemaakt en schoon bed.

Dit wordt mijn bed!
Slapen in een kasteeltje

Er is wat groen in de buurt dus al snel maakt Plouf buiten kennis met Duitse hondjes. Achter stokjes aan rennen, door het gras rollen, ruiken aan allerlei nieuwe plekjes. De autoreis is ze al helemaal vergeten. De taxi naar Neckarsulm voor een diner in het Brauhaus met de andere Europese collega’s vindt ze minder leuk, maar een paar kilometer later ligt ze uitgeteld op de vloer terwijl iedereen vrolijk aan het eten is. Ik heb weleens gelezen dat een golden retriever per dag iets van achttien uur slaap nodig heeft. Als ik naar haar kijk, klopt dat ook wel. De zes uren die over zijn is ze dan wel superactief.

Avondeten in het Brauhaus

Na een comfortabele nacht gaat Plouf mee naar het hoofdkantoor. Voor een hond is dat echt heel saai. Ze maakt zich onzichtbaar en gaat in mijn buurt slapen naast de vergadertafels. Af en toe hoor je dan wat gesnurk. En wanneer ze terloops wakker wordt hoor je ineens het luidruchtige drinken uit de waterbak die klaar staat voor haar. Even plassen tijdens de korte pauzes. En gedurende productpresentaties is haar desinteresse zo groot dat ze demonstratief de andere kant opkijkt alvorens weer in slaap te vallen. Ze komt erachter dat mensenwerk best vermoeiend is. De lunch is voor Plouf een welkome afleiding omdat ook zij dan wat brokjes krijgt en iedereen alleen nog maar aandacht voor haar heeft. Dat is pas leven als een prinsesje. Er komen eigenlijk nooit honden op het grote hoofdkantoor.

Hard werken tijdens een productpresentatie

Na een dag vol bijeenkomsten hebben we twee uur voor onszelf. Waar de meesten even gaan relaxen, wil Plouf natuurlijk wandelen. Prima! Tijd om samen Bad-Friedrichshall te ontdekken voordat het avondeten begint. Dit is een uitgelezen moment om iets te doen aan onze kennis van cultuur en geschiedenis. Het is een mooie gelegenheid om privé en werk even te combineren.

Het Alte Rathaus

Voor de Sebastianskirche

De gemeente zelf is pas ontstaan in 1933 maar de oorsprong van het toenmalige dorp voert terug naar het Romeinse Rijk. Plouf en ik komen niet zo ver terug in de tijd maar het raadhuis uit 1597, het Greckenschloβ uit 1602 en de Sebastianskirche van voor 1100 doen je beseffen dat het niet zomaar een stadje is. Overal ontdek je wel iets wat herinnert aan heel vroeger. De tweede wereldoorlog heeft weliswaar schade toegebracht aan een aantal gebouwen, maar alles is weer in ere hersteld. Plouf zelf heeft meer aandacht voor grasvelden, perkjes en alles wat maar op water lijkt.

Terug van de businesstrip

Wanneer we na een paar nachten en weer een lange rit eindelijk thuis zijn, is ze volgens mij alles dan ook weer snel vergeten en heeft ze slechts oog voor die plas die voor haar ligt. ‘Plons’ klinkt het dan ook meteen na aankomst, waarmee Plouf haar naam weer eens eer aandoet. Reizen is misschien wel leuk, maar voor een golden als zij gaat er niets boven zwemmen. Alle reisimpressies spoelt ze weer van zich af.      

Plouf in de hoofdstad

Wanneer je in een bepaald land leeft, is het leuk om daar de hoofdstad eens van te bezoeken. Dat geldt ook voor Plouf. Dus op een zonnige zaterdag mocht ze mee de trein in voor een dagje Amsterdam.

De treinreis op zich was al wat spannend. Plouf moest zich schrap zetten door de onaangekondigde bewegingen van het treinstel. En ze was ook niet groot genoeg om naar buiten te kunnen kijken. Uiteindelijk koos ze ervoor om maar gewoon te gaan liggen, de lange staart in het gangpad, in de hoop dat niemand daar op zou stappen. Gelukkig voor haar moest er een paar keer overgestapt worden waardoor ze op de verschillende perrons nieuwsgierig om zich heen kon kijken en zich verheugde op de volgende trein..

Eerste stappen in de trein
Eerste stappen in de trein

Wat gaat een golden retriever doen in Amsterdam? Kunst of geschiedenis ontdekken? Culinair genieten? Shoppen of in de parken naar mensen en andere honden kijken? Dit alles stond op het lijstje.

Meteen na aankomst op het Centraal Station was het erg druk, iets wat deze plattelandshond niet gewend is. Overal mensen. Aan de riem baande ze zich een weg door de menigte in de richting van het Damrak. Ze begon ongedurig te trekken zodra ze de eerste gracht zag. Water! Dus: zwemmen! Het zat er niet in voor haar en wat teleurgesteld maar nog steeds onderzoekend liep ze niet veel later de Dam op. Het was tijd voor een fotosessie met het Koninklijk Paleis op de achtergrond. Plouf is dol op poseren. Zodra iemand een camera of een mobieltje tevoorschijn haalt gaat ze meteen en ongevraagd mooi zitten of netjes staan, ook wanneer iemand een foto wil maken zónder hond op de voorgrond.

Voor het Koninklijk Paleis
Voor het Koninklijk Paleis

De fotosessie op de Dam leverde nogal wat hilariteit op door de vele duiven die blijkbaar ook graag op de foto wilden. Mensen gingen netjes opzij om haar de kans te geven eventjes te stralen maar ze werd steeds weer belaagd door een hele zwerm duiven die dat ook wel een mooi plekje vonden. Goed opgevoed als ze is, ging ze niet op duivenjacht en deed ze echt haar best om een paar duifloze foto’s te laten maken. Plouf keek even naar het paleis dat vroeger, van 1655 tot 1808, het stadhuis van Amsterdam was. Toen Lodewijk Napoleon de eerste koning van Nederland werd, maakte hij er een koninklijk paleis van. Sindsdien is het zo gebleven. Plouf ging ook nog tussen alle mensen rond het Nationaal Monument op de Dam zitten. Dit gedenkteken aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland is een plek waar altijd velen samenkomen. ‘Geschiedenis’ kon afgevinkt worden van de to-do list.

Uitrusten op het Monument op de Dam
Uitrusten op het Monument op de Dam

Vervolgens dook Plouf de Kalverstraat in, en dat op een zaterdagmiddag. Zoveel mensen had ze nog nooit bij elkaar gezien. Tot aan de Munttoren toe was het druk. En het ergste van alles: er was geen groenstrookje te bekennen om even te kunnen plassen. Het vragende snoetje ging steeds heen en weer. ‘Mag het hier?’ of ‘Kan het hier misschien?’ Het oversteken van de grachtengordels leverde de nodige afleiding op met toch weer die ijdele hoop dat ze misschien mocht zwemmen.

Even een knuffel nodig bij de grachtengordels
Even een knuffel nodig bij de grachtengordels

Toen eenmaal het uit 1885 stammende Rijksmuseum in zicht kwam was voor Plouf de verlossing nabij. Onder de poort door zag ze het Museumplein met daarachter allemaal zonovergoten grasvelden. Ploeteren in het water is lekker maar een snoekduik nemen in het gras en dan ongegeneerd rollebollen eveneens. Tot groot vermaak van de vele toeristen die daar aan het genieten waren, ging ze helemaal los. Met wat groene strepen op de dikke witte vacht mocht ze wat later bij het kunstzinnige Cobra Café een flinke bak water leegslurpen.

Tong uit de bek op het Museumplein
Tong uit de bek op het Museumplein

Een verblijfje bij Cobra was niet genoeg om ‘kunst’ af te vinken. Statig stond het Rijksmuseum haar op te wachten voor veel meer kunst. Een hond is gewoonlijk niet welkom in het Rijksmuseum maar aangezien Plouf een assistentiehond is en dus feitelijk de hele dag al aan het werk was, mocht ze toch mee naar binnen. Braaf, aan de korte lijn, dicht in de buurt van het baasje, nadat haar pasje gecontroleerd was, ging ze op ontdekkingstocht door het fenomenale gebouw. Met de lift mocht ze naar boven en naar beneden, ze ging netjes zitten bij elk kunstwerk dat langdurig werd bekeken en ze mocht ook een dutje doen tussendoor om even bij te komen van al die hoofdstedelijke indrukken. In veel zalen werden de camera’s en mobieltjes van kunstliefhebbers even op haar gericht en vormde ze zelf een mooie en knappe attractie. En tenslotte moest ze toch even poseren voor de Nachtwacht van Rembrandt die sinds een paar maanden in een nieuw glazen huis staat. Het hondje dat afgebeeld is op het wereldberoemde schilderij zag ze niet maar dat had op zijn beurt ook geen oog voor haar.

Voor de Nachtwacht
Voor de Nachtwacht

Het museumbezoek verliep best goed. Het was wel druk maar niet zo vol als in de stad. Plouf kwispelde vaak en was zichtbaar blij dat ze mee mocht. Heel veel mensen kwamen op haar af om haar te strelen, waarbij het teken ‘niet afleiden’ op haar rug de bezoekers telkens weer deed terugdeinzen. Op momenten dat haar focus ligt op begeleiding wil ze eigenlijk ook helemaal niet geaaid worden. Soms draaide ze zich om met een blik van ‘mag het nu wel even?’ en na toestemming liet ze zich dan kort verwennen zonder zich echter te laten afleiden.

Na een bezoek aan een iedere keer weer mooi en interessant Rijsmuseum was het wederom even tijd voor Cobra en voor het Museumplein. Wat brokjes, koel water, spelen en een kort dutje voordat het de beurt was aan het moment ‘culinair’. Daarvoor mocht Plouf mee naar restaurant Rijks dat in 2014 de deuren opende in één van de vleugels van het Rijksmuseum. Al gauw kreeg het restaurant een Michelinster en in 2019 werd het zelfs uitgeroepen tot één van de 50 beste restaurants ter wereld. Plouf heeft daar niet zoveel te zoeken want ze is helemaal tevreden met haar brokjes van Royal Canin. Als werkende hulphond mocht ze wel mee het fijne restaurant in. Ze nam genoegen met een bak water en af en toe een stukje brood om vervolgens urenlang in een hoek van de zaal naast de tafel te gaan slapen, uitgeput na een lange dag.

Mooi zitten bij Rijks
Mooi zitten bij Rijks

Het enige wat ontbrak aan deze zaterdag vol met drukte en indrukken was het shoppen. Daar was gewoonweg geen tijd voor. Plouf verdient het namelijk om af en toe ook lekker te kunnen spelen en gewoon hond te zijn. En daar waren de grasvelden van het Museumplein erg geschikt voor. De volgende ochtend, weer thuis, meteen nadat ze wakker werd, nam ze alweer de eerste verkoelende duik in het meer. Ze stak haar kop onder water om op de bodem op zoek te gaan naar stenen. Daar onder de oppervlakte bevindt zich haar eigen museum vol met schatten. De grote, drukke maar ook wel leuke hoofdstad was ze alweer vergeten.

Plouf, een oranje retriever

Plouf is nooit goud van kleur geweest maar altijd wit. Een witte golden retriever. Dus ja, waarom zou ze zich dat niet een keertje oranje mogen voelen?

Plouf mag eigenlijk altijd wel méé op vakantie. Maar soms mag zij zelf op vakantie. Dan gaat ze niet met mij mee maar ik met haar. En de bestemming moet dan niet te warm zijn en daarnaast óf uit strand en zee óf uit sneeuw bestaan.

Plouf op wintervakantie
Plouf op wintervakantie

Even leek het erop dat het een bestemming in het noorden van Noorwegen zou worden. Door de coronamaatregelen die alles toch wat onzeker maakten werd het toch iets dichterbij: Noordwijk aan Zee. Genoeg zee in ieder geval. En voor een hond die Plouf heet (Frans voor ‘Plons’) is dat best fijn.

Kortstondig vakantievriendje

Plouf mocht dus met baasje 5 dagen en 4 nachten naar Hotel van Oranje aan de Noordwijkse boulevard. Lekker in oranje sferen dus. We hadden bij het boeken echter niet bedacht dat we dan midden in de stormen Dudley én Eunice terecht zouden komen. Windstoten van 130 tot 140 km/uur. Plouf vond het stuivende zand weliswaar niet altijd even leuk maar ze heeft absoluut genoten.

Even afzien in de zandstorm

Het genieten begon al bij aankomst op de kamer. Er was een balkon teneinde ook buiten de strandwandelingen om buiten te kunnen liggen. En er stonden een etens- en een drinkbak klaar voor haar, compleet met een zakje hondenkoekjes. Erg attent, maar eerlijk gezegd mocht dat ook wel wanneer je beseft dat je voor 4 nachten maar liefst 200 euro extra betaalt omdat je een hond bij je hebt. Maar goed, dat wisten we vooraf en het is dan ook een erg hondvriendelijk hotel. In elke bar, elk restaurant mocht Plouf gewoon aanschuiven.

Hotel van Oranje
Queensize bed voor Plouf

Het Noordwijkse strand is echt een walhallah voor honden. Ze mogen niet altijd los in het seizoen, dat niet, maar dat was in deze februarimaand geen issue. Het was háár vakantie dus ze mocht zo vaak als ze wilde naar het strand. Op sommige momenten waaide het hard maar scheen de zon. Dan was het even lastig om door de zandstorm te komen vlak na de duinen, maar eenmaal aan de waterkant was alles prima en zelfs heerlijk. Het water in, nat worden in de golven, achter een stok aanrennen, met andere honden spelen, in het zand rollen, vies worden, proberen om meeuwen te vangen, blaffen tegen kite-surfers, en dat om de paar uur. Na iedere lange wandeling op het strand en door het water wilde ze graag naar het hotel terug om daar met de staart tussen de poten van verontwaardiging met een warmeluchtblazer (die had ik bij me) afgedroogd te worden. Vervolgens deed ze in de regel een siësta van een uur of twee. En dan kreeg ze het weer op haar heupen en apporteerde ze een knuffel ten teken dat ze moest worden uitgelaten. Linea recta naar het strand dus. Gewoon vakantie.

Heerlijk met een stok

Die ene avond dat het én hard waaide én hard regende, hagelde bijna, tijdens dat laatste rondje voor de nacht, liep ze tien passen het hotel uit, stak haar neus in de wind, draaide zich om, zocht een plekje om snel te plassen langs de straat en dook meteen het warme hotel weer in. Een storm kan ook te heftig zijn. En niet iedere hond vindt het fijn om gezandstraald te worden. Daarbij moet je ook nog eens voorzichtig zijn met de ogen.

Achter de meeuwen aan

Strand en zee zijn voor vele viervoeters ideale bestemmingen. Plouf mag in de zomer altijd mee naar de Franse Middellandse Zee maar daar heeft ze lang niet zoveel vrijheid als op het Noordzeestrand. En ze houdt ook niet zo van warmte. In Noordwijk is ze vaker geweest. Het uitgestrekte strand is heerlijk. Veel van de strandtenten accepteren ook honden, alhoewel lang niet allemaal. En een aantal restaurants langs de boulevard verwelkomen de viervoeters ook. Een uitschieter in positieve zin vind ik persoonlijk restaurant de Botter. Je hoeft er niets te vragen en er wordt meteen een drinkbak gebracht. Als je het goed vindt krijgt het dier ook nog eens een hondenkoekje. We komen er dan ook altijd voor wat oprechte hondenaandacht.

Omkijken naar kite-surfers
Gekke bekken trekken

Hotel van Oranje sluit een paar dagen na ons bezoek voor langere tijd. Het wordt grondig verbouwd. Hopelijk kunnen Plouf en ik er na de verbouwing ergens in 2023 weer te gast zijn voor nog een hondenvakantie. Ze heeft een hekel aan autorijden maar ik denk dat ze die autorit er wel voor over heeft om zich dagenlang zo uit te mogen leven op het strand.    

Plouf de ijshond

Met de ijspegels nog in haar dikke vacht staat ze alweer te drammen voor de schuifpui in de woonkamer. Ze wil de tuin in en in de sneeuw spelen. Er is geen houden aan. Dit jaar ziet Plouf voor de eerste keer echte sneeuw en ze kan er maar geen genoeg van krijgen.

Begin 2021. Als je door alle maatregelen rond COVID-19 niet naar een wintersportgebied kunt gaan, komt de sneeuw ons opeens tegemoet en in een flinke laag nog wel. Die eerste sneeuwvlokjes tijdens de avondklok interesseerden Plouf niet zo veel. Ze was bereid om in een dun laagje sneeuw te poseren voor een foto op de oude begraafplaats in het dorp maar ze was niet bepaald onder de indruk.

Eerste sneeuw
Eerste sneeuw

De volgende ochtend was ze echter wat in de war. Het had flink gesneeuwd gedurende de nacht en er lag een dikke witte laag tegen haar glazen schuifpui die er niet thuis hoorde. Plouf kan er niet zo goed tegen als dingen er opeens ook maar iets anders uitzien en ze was flink aan het protesteren voor de ruit. Als de vuilcontainer op de verkeerde plek staat bij de garage of als bezoek de auto iets anders heeft staan dan normaal, dan gaat ze al tekeer. Een pak witte sneeuw in haar tuin paste dus niet bij haar beeld. Dus inderdaad: blaffen. Toen de schuifpui geopend werd en een deel van de sneeuw de huiskamer binnenkwam stapte ze voorzichtig naar buiten. Ze verdween half onder het witte goed. Ze keek even naar mij om met die lieve donkere ogen en toen nam ze een duik en begon spontaan en onophoudelijk in de sneeuw te happen, te springen en te rollen. Ze heeft in de regel een hekel aan warmte en is gek op kou. Dus vanaf die eerste kennismaking was ze dikke maatjes met de sneeuw van koning winter.   

Gek doen terwijl haar vriendinnetje Happy stoïcijns toekijkt

Vanaf dat moment was het: wandelen, ontdekken, rennen en nog meer ontdekken. Plouf is een echte zwemhond en het was even schrikken toen ze merkte dat de sloot er niet meer was. Kijken, nog eens kijken, toch maar snuffelen, voorzichtig een pootje op het ijs zetten en gauw weer achteruit lopen. Dat is wel heel raar. Gelukkig voor haar was de plas ietsje verderop niet bevroren. De riem mocht los en twee tellen later ging deze witte dame kopje onder. Lekker zwemmen. Overal sneeuw, gure wind, temperaturen flink beneden nul, en Plouf lag gewoon heerlijk in het water. Ze moest er de eerste keer redelijk snel uit van me omdat ik niet het risico wilde lopen dat ze onderkoeld zou raken. Ze was daardoor best verontwaardigd. Normaliter ligt ze toch al gauw een uur in het water en nu mocht dat ineens niet.  

Pootjebaden
Zwemmen in het koude water

Op een andere plek in het dorp was een sloot nog niet geheel dichtgevroren. Plouf vond dat wel heel erg interessant en begaf zich zonder angst, twijfel of schroom op glad ijs. En ja hoor, ze zakte er doorheen. Ze ploeterde in het water, legde haar voorpootjes op het ijs maar kwam er natuurlijk niet op. En nog steeds was ze niet bang. Ze zat nog aan de riem dus ik kon haar veilig aan de kant trekken waarna ze zich omdraaide en weer het dunne ijs op liep en nog eens door het ijs zakte. Ze lachte me gewoon uit want voor haar was dit niet meer dan een spel. Water en kou: alles wat ze leuk vindt. De moraal is dat het bij ijs wel raadzaam is om de hond aangelijnd te houden.

Nu op glad en stevig ijs

De sneeuwpret en de ijspret houden maar niet op en tussen wat korte dutjes door wil Plouf steeds opnieuw naar buiten. Andere honden interesseren haar tijdelijk niet meer. Ze wil in de sneeuw happen en in de sneeuw rollen. Ze wil ook achter sneeuwballen aanrennen en bevroren sloten oversteken. Af en toe verdwijnt ze helemaal in diepe sneeuw en dan is de pret alleen maar groter. Gelukkig is ze niet zo sneeuwwit meer als een paar weken geleden, dus kan ik haar nog terugvinden. En ik heb het opgegeven om te proberen haar uit het water te houden. Ze is continu op zoek naar een plek waar ze wel het water nog in kan. Haar naam is niet voor niets Plouf (plons). Ze heeft het niet koud en als we daarna weer naar huis lopen zie ik overal ijsvorming op haar dikke vacht. Misschien werkt het isolerend? Ik zorg er wel voor dat de afstand naar huis niet te lang is zodat ze toch vrij snel tegen haar wil binnen op kan warmen. Dan loopt ze eerst een half uur te piepen dat ze de sneeuw in wil maar uiteindelijk valt ze in slaap op de verwarmde vloer. Al snel begint ze dan te dromen, vast van die uitgestrekte sneeuwvelden waar ze over een paar uur weer heen mag.  

Fotomodel Sneeuwwitje

En morgen? Tja, als er nog sneeuw ligt is het besneeuwde landschap wederom haar domein.

Plouf de autohond

Plouf is helaas niet zo’n liefhebber van autorijden. Vanaf de dag dat ze als puppy haar opwachting maakte en voor de eerste keer in de auto mocht heeft ze al een aversie tegen autorijden. Er is van alles geprobeerd. Voorin, achterin, in de achterbak. Op schoot, in een hoekje, op de grond, op de bank, in een bench, in een mand. Koekjes erbij, vlees erbij zelfs, aandacht, geen aandacht, raam open, raam dicht, elektrische auto, andere auto’s, andere bestuurders. Ze is niet wagenziek maar ze is gewoon bang. Wanneer de auto stilstaat is er niets aan de hand maar zodra er beweging in komt duikt ze in elkaar in een hoekje en durft ze amper op te kijken. Ze begint meteen flink te hijgen en zodra we even stilstaan is ze alles weer vergeten. Dat is best lastig voor een reishond.

Vakantiehond

Vliegen vindt Plouf eigenlijk wel prima. Varen ook wel. Dus in de zomer mag ze gewoonlijk onderin het vliegtuig mee naar de Middellandse Zee. Behalve dit jaar omdat Transavia in juli de vluchten naar Toulon-Hyères had geschrapt. En wat dan? Niet op vakantie, Plouf een maand in de kennel, of toch het avontuur wagen met de auto met 1300 kilometer lang een angstige en klagende hond op de achterbank?

Overleg met de dierenarts leerde dat alprazolam misschien enig soelaas zou kunnen bieden. Dat wordt gebruikt bij de behandeling van paniek- en angststoornissen. We waren allebei niet heel erg enthousiast maar als mogelijk laatste redmiddel kreeg ik een paar tabletjes mee. Het besluit was genomen: met Plouf én de auto naar de Côte d’Azur. Arm beest.

Om Plouf toch wat te ontzien werd gekozen voor een tweedaagse rit in plaats van 1300 kilometer op één dag. Langs de autoroute du soleil zijn voldoende hotels te vinden waar viervoeters ook welkom zijn. Ook zijn er genoeg parkeerplaatsen om even te stoppen.

Veilig buiten de auto

Dat ‘even stoppen’ was inderdaad vaak maar even (een kwartiertje). Maar het werd uiteindelijk wel ieder uur. Dat is ongeveer de tijd die Plouf maximaal op de achterbank wil zitten. Alsof ze een ingebouwd horloge heeft. Daarna gaat het hijgen over in rochelen. En iedere paar uur moest de auto toch opgeladen worden dus dan had ze nog langer pauze. Wanneer ze even alleen in de auto moest blijven (als wij wat drinken gingen halen) bleef de airco mooi aan en verscheen er een waarschuwing op het dashboard dat omstanders zich niet druk hoeven te maken. Dat voorkomt soms een gebroken autoruit.

Poseren bij de Porte du Soleil
Baasje komt terug

Dappere Plouf heeft het vast niet heel erg naar de zin gehad op die achterbank maar ze heeft wel heel veel gezien van Frankrijk. Ze heeft gedineerd en overnacht in Beaune, de hoofdstad van de Bourgognestreek. Bij Toulon heeft ze op een muurtje gezeten terwijl ze uitkeek over de Middellandse Zee. In de buurt van Valence mocht ze van het hotelpersoneel in een beekje langs het restaurant zwemmen tussen de bevers en de eenden, ook al liet ze daarna een drijfnat spoor na door het restaurant en de receptie. Ze heeft het 1000 jaar oude fort van Mornas beklommen en bezocht. Ze heeft geposeerd voor het beeld van de Porte du Soleil. Gedurende de 4 dagen die de heen- en terugreis duurde heeft ze meer genoten van Frankrijk dan ik in al die jaren heb gedaan. En dat allemaal zonder pilletjes. Nu is ze een echte reishond.

Bij Toulon
Eindelijk op de boot

Het bijzondere van die hele reis is dat ze graag de auto uit ging maar als de deur open ging om weer in te stappen, ze ook zonder veel tegensputteren in de auto klom. Ze was vast heel blij toen we aan de kust kwamen en ze die rode auto uit haar zicht zag verdwijnen, de parkeergarage in. Vier weken lang zou ze die niet meer zien. De boot op, weg van het vasteland en naar de eilanden toe, en toen kon ze een hele vakantie lang zwemmen, rennen, wandelen, mee naar terrasjes en restaurants, af en toe wat meesnoepen van de lekkere gerechten en ook veel luieren. Na dat angstvallige rijden kreeg ze wat ze verdiende: een hondenvakantie. Ik denk dat ze het autorijden er voor over had.

Op wacht op het eiland Port-Cros

Plouf de thuiswerkhond

Na 6 weken thuiswerken vraag ik me weleens af wat Plouf hier nou allemaal van vindt. Corona en COVID-19 zeggen haar helemaal niets, maar toch is ook haar leven ineens compleet anders. Eerst mocht ze op werkdagen altijd naar de dagopvang om daar hele dagen met andere honden te spelen. En opeens blijft ze elke dag thuis. Het is een strop voor al die kennels en dagverblijven.

Thuiswerken

Plouf ziet wel wat voordelen. De ochtendwandeling is nu wat langer dan voorheen. Maar baasjes komen niet zo dicht meer bij elkaar dus wanneer Plouf aangelijnd is, blijkt het contact met andere honden niet meer zo vanzelfsprekend te zijn. Meestal gaan de andere baasjes met hun honden de andere kant op. Een voordeel is wel dat ze de auto niet meer in hoeft. Daar heeft ze zo’n bloedhekel aan. Er komen niet zoveel mensen meer over de vloer dus Plouf staat regelmatig bij het toegangshek van de tuin te kijken naar mensen die voorbijlopen in de hoop dat ze tussendoor nog een aai over haar bol krijgt.

Wachten op mensen die voorbijkomen

Een nadeel is die zon, de hele dag door. Plouf ligt het liefst buiten maar de afgelopen weken is het vaak mooi en warm weer. Zuchtend moet ze dan steeds weer overeind komen om een ander plekje in de schaduw te vinden. En het liefst zo dicht mogelijk in de buurt van het baasje. En als die aan het werk is en aan het beeldbellen is, dan is er niets leukers dan ook even met de neus tegen dat scherm aan te drukken. Zo levert zij haar vrolijke bijdrage aan al die zakelijke calls.

Een beetje schaduw

Een nadeel voor het baasje is dat Plouf wat verwend aan het raken is. De lounge-set op het terras is wel een doel op zich geworden, maar dan alleen als de kussens erop liggen. Anders gaat ze ervoor zitten en net zo lang heel zielig kijken totdat de kussens gebracht worden. En het mooie voor haar is dat het altijd lukt. En zo wordt ze met de dag luier.

Het mooiste voor Plouf is tegenwoordig de middagpauze. Dan mag ze altijd zwemmen en dat weet ze. Als rond het middaguur de riem wordt gepakt, dan is ze niet meer te houden. Ze trekt het baasje bijna het huis uit en niet veel later mag ze los, sprint ze over het zand en neemt ze een duik in het meer. Ze gaat dan springen, duiken, rollen en zwemmen in dat water. Ze wil geen balletje, ze wil geen stokje, er mogen geen andere honden in de buurt komen en ze wil alleen maar achter steentjes aan. De hele pauze lang moeten er dus kiezelsteentjes in het water gegooid worden waar ze dan als een dolle achteraan rent of zwemt. Af en toe probeert ze er zelfs eentje op te duiken. Alles draait om die steentjes die door de lucht vliegen en een fascinerende plons maken in het water.

Kom me maar halen

Wanneer de pauze voorbij is begint de uitdaging: een golden retriever uit het water krijgen. Plouf is best gehoorzaam, behalve wanneer ze in of bij het water is. Je kunt dan roepen wat je wilt, er is geen schijn van kans dat ze het water uitkomt. De eerste keren wilde ze nog wel eens naar heel ondiep water lopen waar je haar snel aan kon lijnen. Maar tegenwoordig houdt ze wat afstand zodat je zelf het water in moet om haar te vangen. Dan komt er nog een stukje verzet en uiteindelijk geeft ze het op en loopt ze uitgelaten en vrolijk mee naar huis, vast wetende dat ze de volgende dag weer mag zwemmen.

Voor Plouf is het thuiswerken niet heel erg zielig. Ze mist dat vele spelen met andere honden wel maar te oordelen aan de vermoeidheid ’s avonds raakt ze haar energie best kwijt op zo’n dag.  Ze is ook aanhankelijker dan ooit. Waarschijnlijk wil ze als deze coronacrisis voorbij is voortaan mee naar kantoor. Want ze heeft al gezien dat daar achter ook water ligt, met eendjes zelfs.  

Met je hond naar het Openluchtmuseum in Arnhem: de museumhond

Niet alle musea in Nederland zijn toegankelijk voor honden. Daar is ook wel wat voor te zeggen, alhoewel Plouf misschien wel eens naar de schuttershond op Rembrandts Nachtwacht zou willen kijken. Het valt in ieder geval niet te verwachten dat de gemiddelde hond heel erg wordt gestimuleerd in de meeste musea.

Museumhond

Maar … het Arnhemse Openluchtmuseum is echt een museum voor iedereen, voor jong en oud, voor mens en hond. Plouf mocht mee en vermaakte zich uitstekend tijdens haar eerste museumbezoek. Sinds 7 december 2019 staat het hele museum in het teken van winteractiviteiten. Het is dan weliswaar koud, het is dan ook vroeg donker, maar er heerst een ouderwetse en gezellige sfeer. Die begint al meteen bij de ingang waar voor de Amsterdamse Westerstraat een ijsbaan is opgebouwd. Je kunt er schaatsen huren en genieten van de winterse pret.

Voor de schaatsbaan met 2 Franse toeristen

Het museum heeft een oppervlakte van maar liefst 44 hectare en is zowel landelijk als stedelijk. Gebouwen van vroeger hebben hier de kans gekregen om voort te bestaan. Boerderijen, herenhuizen, molens, plaggenhutten, fabrieken, werkplaatsen, een tramremise … het is ons historisch erfgoed dat hier staat.

Rustig aan het poseren

Hier kun je heerlijk wandelen langs over het terrein opgestelde vuurkorven en heel wat honden maken gebruik van de gelegenheid om dat ook te doen. Zolang ze aan de lijn lopen en eventuele troep die ze maken netjes wordt opgeruimd, kan dat gewoon. Ze zijn zelfs welkom in de horecagelegenheden.

Voor de ophaalbrug naar de Zaanse Schans

Plouf is maar niet meegegaan naar één van die eetgelegenheden want ze vond het toch nodig om weer eens het water in te springen bij één van de molens. Met zo’n natte vacht durf je haar dan niet meer mee naar binnen te nemen. Iedere bezoeker had op die plek oog voor de Zaanse huizen en het vissersbuurtje, maar Plouf keek alleen maar naar de eenden die haar uit zaten te dagen vanuit de sloot. En ze ging ze achterna.

Natte hond

Wandelen, gebouwen van buiten en van binnen bekijken, bijkomen met een oliebol, wat warme drank of ’t Goeye Goet winterbier van de eigen brouwerij: dit is het winterse Openluchtmuseum. Voor de kinderen is er zelfs een spannende sleebaan aangelegd pal voor de Stellingmolen uit Delft.

In het vissersdorpje

Aan het aantal honden te zien hebben de viervoeters hun weg naar het museum al aardig gevonden. Het is weer eens een leuke bestemming voor hond én baasje(s). De honden mogen niet óveral naar binnen maar toen Plouf bijvoorbeeld de bierbrouwerij binnenstapte, werd ze beloond met een hondenkoekje. Daar komt ze dus vast weer eens terug.  

Plouf onverschrokken op expeditie

Een waterhond

Wanneer je voor een waterhond kiest, dan weet je bij voorbaat dat de kans groot is dat je maatje gaat zwemmen. Dat geldt dus ook voor Plouf. Ze heeft immers niet voor niets zwemvliezen tussen haar tenen. Niet alle waterhonden zwemmen, niet alle waterhonden houden van water, maar deze golden retriever houd je er bijna niet uit.

Eerste keer in het water

Het begon eigenlijk al als pup. Ze mocht nog niet zwemmen toen omdat ze te jong was en te weinig weerstand had, maar ze ging wel altijd al in het water zitten om rustig te kijken naar eenden en andere watervogels. En als zo’n hoen dan onder water dook, stak zij ook haar kop onder de waterlijn om te kijken waar die vogel dan gebleven was. Toen ze wat groter werd ging ze pootje baden, en uiteindelijk waagde ze het er ook op om het diepe in te gaan en te zwemmen.

Zwemmen tussen de waterlelies

Waar ze in eerste instantie het water in liep, moest het daarna steeds spectaculairder worden: met een aanloopje, met een sprong, en tegenwoordig met een bommetje. En waar het aanvankelijk erin springen en terugzwemmen was, en weer, en weer, werd het op een gegeven moment lange afstanden meezwemmen terwijl het baasje langs de oever liep.

Nieuwsgierig naar duikers

Een hond die zó gek is op water is erg spectaculair om te zien. Mensen vinden het leuk hoe Plouf aan het strand door de golven heen springt, stenen van de bodem probeert op te vissen of bommetjes maakt in een (bij voorkeur vieze) sloot. Ze is er ook altijd bij als we naar het water gaan. Ze staat te popelen om duikers achterna te springen wanneer die het water in gaan, is niet meer te houden wanneer ze de zee ruikt, en weet precies wat de snelste route is naar sloten in de buurt. Maar soms, in de zomer met name, kan zwemmen niet. Blauwalg of botulisme willen de waterpret dan wel eens verpesten. Daar wil je je viervoetige kameraad niet aan blootstellen.

Botulisme

Afgelopen zomer bood een kinderzwembadje in de tuin wat soelaas. Eerst voorzichtig pootje baden, want zo’n opstaande rand was toch wel eng. En toen ging Plouf al snel weer aanloopjes nemen en bommetjes maken in het zwembadje. Vanaf dat moment was het binnen een paar uur lek.

Zwembadexperiment

Ook in de winter werd het zwemmen wat lastig. Het koude water deert haar niet zo, ook niet als het buiten vriest. Maar dat ijs op het water, dat was pas raar. Ze probeerde langs de oever te lopen, voelde de harde oppervlakte, begreep er helemaal niets van, helemaal niet toen het stokje dat gegooid werd op het water stuiterde. Echt een hondenleven!

Lekker met een stok

Zwemmende honden zijn weliswaar aanleiding tot vermaak en mooie foto’s, en het zwemmen is ook nog eens goed voor de pootjes, maar eenmaal thuis is het toch een ander verhaal. Plouf is verwend en mag gewoon op de bank en zelfs op bed liggen. Maar niet als ze nat is. En probeer dat maar eens aan je hond uit te leggen. Dan wel en dan niet.

Te vies om binnen te laten

In haar geval is een mooie oplossing gevonden. Ze mag als ze echt vies en drijfnat is niet meer via de voordeur naar binnen. Ze gaat dan via de tuin, en via de achterdeur komt ze in de garage. Daar is nu een hondenbadkamer voor haar. Ze kan er in een speciaal aangelegd bad met een handdouche met warm of koud water worden afgespoeld. En daarna wordt ze snel gedroogd met een speciale hondenföhn. Helemaal schoon mag ze via de garage de gang weer in. En als het mooi weer is hoeft ze niet in bad maar mag ze lekker opdrogen op het terras.

Zielig kijken in bad met vriendinnetje Happy

Zwemmen met je hond is echt ontzettend leuk.  Voor de hond is het best vermoeiend. Maar het is gezond en van een uiltje knappen na afloop komt hij weer helemaal bij. En ja, af en toe houd ik Plouf even niet voldoende in de gaten en springt ze in de verkeerde sloot vol met modder. Ze vraagt me altijd of ze mag zwemmen door oogcontact met me te maken. En dan roep ik “Va” (ga maar) of “Non” (nee). Maar als we toevallig net even geen oogcontact hebben op het moment dat ze wil zwemmen, beschouwt ze dat als een akkoord. En dat heb ik haar nog niet af kunnen leren. En ik ga het ook niet meer proberen: laat haar maar genieten.    

Zwemmen met je hond

Plouf in de spotlight

In november 2019 staat Plouf in de spotlight. Het glossy magazine Côte & Provence besteedt onder de titel “Les pensées de Plouf” maar liefst 4 pagina’s aan haar ontspannen verblijf aan de Côte d’Azur.

In het artikel vertelt Plouf zelf, met wat snobistische trekjes, hoe ze het heeft gehad in de zomer. Veel zonovergoten foto’s illustreren haar verhaal.